Pad droomt dat hij optreedt. Hij is geweldig en toont stuk voor stuk zijn kunsten. Kikker kijkt toe vanuit de zaal. Hij wordt steeds kleiner.
Groep 4 denkt na over groter worden en kleiner worden, over dromen en werkelijkheid. Over verhoudingen en relativiteit.
Wie droomt er?
“Pad droomde dat kikker weg was gegaan. hij werd steeds kleiner en kleiner. Hoe komt dat? Kikker wordt ook steeds kleiner door die stem. Pad staat op een podium omdat hij wil zingen voor pad. Was het hoog of laag? Hoog. Wat gebeurde er toen? Hij ging zingen en kikker werd steeds kleiner. Kikker wordt klein door wat pad aan het doen was. . Zijn lichaam werd steeds meer verkrampt, daardoor kwam het. Misschien was het niet mooi. Hij zei “Kikker lijkt kleiner dan normaal” Hij leek kleiner , maar dat was niet zo. de kikker zei “ik ben gewoon normaal” Het zit in zijn gedachte, als je gaat dromen, dan krijg je een droom in je gedachten. Eigenlijk is alles in het boek nep. Net als op het toneel. Tekeningen bestaan gewoon. Ik ben het niet eens met J. Is de kikker in de droom echt? Ik heb een keertje gedroomd dat ik in de metro bleef zitten en dat gebeurde ook echt. Sommige dingen zijn echt en sommige dingen zijn nep in het verhaal. Het podium was echt. Het is allemaal nep omdat een kikker nooit 2 benen kan hebben.
Kikker had misschien ook een nachtmerie, misschien had pad pas voor het eerst gedroomd.
Als je op een podium staat ben je een stukje groter, anders kunnen de anderen niets zien.”
We doen een spel in de groep met ophogen en stapelen spullen op elkaar.
creatieve opdracht: teken een droom.