In de groepen 4 en 5 krijgen de kinderen om de beurt van mij een kaart waarop ik iets schrijf voor hun, als moment van persoonlijke aandacht. In de loop van het schooljaar heeft dat zich ontwikkeld tot een kaart met (filosofische) vragen erop om over te denken. De laatste lessen laat ik de kinderen de voorzittersrol vervullen in de kring aan de hand van de kaart met vragen. Gisteren had ik een kaart met een mangameisje erop en de volgende vragen.
- Ken jij iemand met groene ogen?
- Kan je zelf kiezen welke kleur ogen je hebt?
- Word je met een kleur ogen geboren?
- Wat vind jij het mooist?
Het meisje waarvoor de kaart was mocht zelf een vraag uitkiezen waarover ze met de kinderen verder wilde denken.
Kan je zelf kiezen welke kleur ogen je hebt?
“Mijn broertje heeft groene ogen , ik niet. Nee, dat kan niet , je krijgt de kleur ogen van je moeder. Je krijgt je kleur ogen van God. Je krijgt je kleur ogen van Allah. Van Allah en een beetje van je moeder. En ook je vader. Het komt door drie personen: 1e God, 2e moeder, 3e vader. God neemt uiteindelijk de beslissing. Als je niet in God gelooft, dan beslist je moeder over de kleur. Nee de kleur komt via een zaadje. Of er nu een God is of niet het gaat altijd precies hetzelfde. Een meisje krijgt de kleur van haar moeder en een jongen die van zijn vader. Heeft iedereen altijd gekleurde ogen? Je wordt met de kleur ogen van de toekomst geboren. Wat als de hele familie groene ogen heeft en jij als enige blauw? Wat dan? Ja dan kan als je ouders gescheiden zijn of zo. Maar je moet altijd een kleur ogen hebben.”