Filosoferen met groep 4; Vaak lees ik als stimulus een verhaal voor. Ik kijk de kring rond en vraag wie luistert er naar het verhaal? Het is eigenlijk een retorische vraag omdat de kinderen als reactie op die “vraag” altijd direct in de luisterhouding gaan zitten. Dit keer zit T. Met zijn vingers in zijn oren. Ik kijk naar hem en vraag “Waarom wil je niet naar het verhaal luisteren? hij zegt:
“Ik ben met mijn moeder. Ik moet luisteren, dat wil ik niet. Ik wil dan playstation spelen. Ik wil het niet horen. Waar praat je moeder over? Ze maakt grapje met de kapper” Is dat hetzelfde als voorlezen? ”
Ik krijg geen antwoord. Hij haalt zijn vingers uit zijn oren en ik lees het verhaal voor aan alle kinderen.