Groep 3 denkt na over een ei. Wat komt er uit? Van wie is het? Kan iedereen een ei uitbroeden? Wi kan een ei hebben? Over natuur, de noodzakelijke gang der dingen, over wensen, wilskracht, verbeelding en groepsgedrag.
Ik vertel het verhaal van een egel die ook graag een ei wil om op te broeden net als de eend. De egel vindt een kastanjebolster en gaat erop zitten totdat…
“Wat is broeden? Als je op een ei gaat zitten.”
Wat doet de egel?
“Als het ging regenen ging die met zijn paraplu het ei beschermen. De andere egels vragen “waarom huil je? Was het wel een ei? Egels hebben geen ei. De egel ging broeden op het ei.”
Is het een ei?
“Ja het is een ei. Een stekel- ei. Nee het is geen ei, want eieren zijn glad. Het is wel een ei, omdat er een kleine egel in was.”
Wie heeft het ei gelegd?
“Het ei komt van een boom. Er zit in een bos een boom en daar zit het ei in. Het is een eierenboom. Van wie is het ei? Het ei is van de boom. Je kan zo’n stekelig ei niet leggen. Sommige mensen laten iets weten en soms niet. Het ei is van niemand.”
Van wie is de baby?
“De baby is van de eend. Het is van niemand want er zit niets in. En die baby die er uit komt? Die baby is niets, van niemand, het is een rups. Die hebben ook stekeltjes. Waarom denkt de egel dat het zijn baby is? Aan de buitenkant zijn er stekeltjes. Het is gewoon wel een egel, maar hij heeft nog geen handen. Als hij groot is heeft hij wel handen. Het is een egelbaby, want het is een dier, maar hij komt uit een huisje. De egel denkt dat het zijn baby is omdat hij
de eend had gezien, en toen had hij een ei gevonden. Als de rups geen handen heeft dan is het gewoon een rups. Alle egels willen nu ook een ei.”
Er liggen voorwerpen in de kring onder een hoed. De kinderen mogen om de beurt blind iets onder de hoed vandaan halen waarvan zij denken (voelen) dat het een ei is. Er komt een steen, een marmeren ei en er is ook een appel in de kring.
Kan je deze appel uitbroeden?
“Ja dat kan. Hoe doe je dat? Wat komt er uit de appel? Pitjes. Als je hem opensnijdt en de pitten eruit haalt en in de grond stopt. Wie heeft de appel dan uitgebroed? Degene die de appel opensnijdt.”