Met de kleuters van groep 1 denken we na over hoe je iets weet. Hoe weet je bijvoorbeeld of een dier een hond of een wolf is. Kan je iets alleen weten als je het eerder heb gezien? Hoe kan je over iets dromen als je het nooit eerder hebt gezien. Over kennis van horen zeggen, kennis uit waarneming en kennis uit eigen verbeelding.
Ik vertel het verhaal van de lammetjes die niet weten dat de wolf een wolf is en de wolf zegt dat hij een herdershond is…
Wie zat er achter de struik?
“Er was een wolf. Het was een wolf. Wisten de lammetjes dat? Dat wisten ze omdat hij rood was. Ik heb wel eens een wolf gezien in mijn kamer. Hij was rood, niet wit. Ik heb van een wolf gedroomd en een wolf gezien. Hoe wist je dat het een wolf was? Op je hoofd kan je droom. Het zit in je hoofd. Het is een wolf maar die schapen weten dat niet. Een droom is nep”
Wat doet de wolf?
“Hij gaat bijten, hij gaat ze opeten, ze gaan kijken maar kunnen het niet zien. hij eet alles op en slaat met zijn handen en voeten. Hij duwt met zijn handjes. De wolf ging ze bijna opeten. De hond heeft ze weggestuurd. De lammetjes gingen naar de wolf kijken. De hond heeft de schaapjes weggestuurd en de wolf en de schaapjes naar school. Hij deed alsof hij de wolf was. “