Alice rent het konijn achterna, Waarom doet ze dat? Slaapt zij of is ze wakker? is het echt of nep. Wat gebeurt er allemaal tijdens haar val in het grote diepe gat? Wat ziet ze? Wat ruikt ze? Wat voelt ze? Wat wil zij pakken? Wat begeert ze? Wat zou jij beleven?
Ik vertel het verhaal aan mijn groepen 4 over het meisje Alice en het konijn dat haast heeft.
Waarom loopt Alice het konijn achterna?
“Om te kijken of het wel echt was, omdat hij kon praten. Omdat hij bijzonder was. omdat ze wil weten waar het konijn heengaat. Omdat hij mooi was. Omdat ze wilde weten wat er aan de hand was, waarom hij zo moest haasten. Ze loopt achter de haas aan omdat die haast heeft. Ze wilde iets aan de haas vragen en toen viel hij in een gat. Alice wilde iets vragen. Alice was nieuwsgierig. Ze wilde weten waarom hij in het gat sprong. Omdat ze denkt dat ze aan het dromen is. Omdat ze wil weten waarom hij haast heeft. Omdat het konijn heel groot was, misschien wilde ze vrienden worden. Misschien wil dat meisje de haas helpen. Ze dacht dat hij verdwaald was en ze wou hem redden. Het is een konijn, geen haas, konijn springen ook niet als een haas. “
Wat gebeurt er met Alice?
” Eerst ging ze liggen op de blaadjes en er was een konijn.Hij valt in een gat en Alice ook. Ze valt. Ze zag allemaal lekkere en leuke dingen maar ze kon ze niet pakken. Misschien kwamen de dieren haar helpen. Als ze op de grond terecht komt kan ze gewond raken. De haas niet want die kan hoog springen. Ze zag bloemen, een boekenkast, Ze wilde het aanraken en ruiken en pakken, maar…en de appels eten.”
Heeft ze het konijn echt gezien?
“Ze heeft een konijn gezien , geen haas. Want hazen zijn lang. Die haas is te laat …waarom? Misschien moet hij naar huis of de winkel. Alice heeft iets gehoord, misschien heeft ze gehoord dat hij te laat is.”
Denk jij dat Alice het konijn echt gehoord heeft?
“Ja!, Nee het meisje woont binnen en het konijn buiten. Misschien was de haas zijn familie kwijtgeraakt. Het is nep! Hoe kan dat nou met al die spullen in dat gat? Ik denk dt het een droom is, want ze was aan het slapen.Ze had een oog open en een oog dicht. Als je droomt dan heb je dan ogen open of ogen dicht. De haas steekt haar. De haas dacht dat zij aan het slapen was, maar ze was wakker want ze had een oog open. Hij wilde iets doen met haar, ontvoeren ofzo. Het is een droom want een haas kan niet praten. De haas wil vechten want hij staat in de vechthouding. Als je droomt kan je ook twee ogen open doen. Hoe weet je dan dat je droomt.”.
Stel je voor dat je valt…Wat heb jij gezien?
“Ik heb automatische auto’s gezien, parfum geroken, aan het einde voel je op de grond en dan heb je een been gebroken.
Zullen we het verhaal volgende week verder vertellen?”
Filosofieles ontworpen in opdracht van Stichting Rotterdam Vakmanstad in samenwerking met Mirjam Polster