Met groep 3 onderzoeken we hoe we een tas vol verkleedspullen uit kunnen pakken en verdelen, zodat iedereen verkleed op de foto kan. We doen er twee lessen over. De tas is bekend bij de kinderen. . De tas staat in de kring met spullen erin. De kinderen halen herinneringen op “uit de tas”. Ze onderzoeken verdelingsprincipes, effecten, voor- en nadelen, ze sorteren op kenmerken en gebruik en ze komen tot een zichtbare mogelijkheid van verdeling.
Wat zit er in de tas?
“3 verrensjaaltjes, een hoed, een snor, kostumen, heel veel brillen, een bril met hartjes, konijnenoortjes en een muts. Een ananasbril.”
Hoe gaan we de spullen uit de tas verdelen voor de foto?
“Eén voor één. Alles neerzetten en dan om de beurt iets pakken. Nee dat duurt veel te lang. We kunnen de tas omkiepen en overal dingen neerleggen en dan steeds drie kinderen iets pakken. We kunnen de tas ook rustig doorgeven dan kan iedereen iets eruit pakken en ook kijken. Als je de tas omkiept dan gaat misschien het konijnentaartje kapot. Eerst de meisjes en dan de jongens. Wie vindt dat ook? alle meisjes steken hun vinger op. Nee eerst de jongens! alle jongens steken hun vinger op”
Moet er een baas zijn?
“Nee dat hoeft niet. Wel als twee kinderen hetzelfde willen. De juf kan dan steeds 3 kinderen aanwijzen, met haar ogen dicht. Nee het is beter als de juf de kinderen een voor een aanwijst. Ze kan ook langslopen. Alles kan gewoon in de tas blijven dan wordt het geen rommel. Oh nee toch anders , beter als we alles ook kunnen zien. Als je allebei hetzelfde wil moet je het samen oplossen. Je kan steen papier schaar doen.
2 e les herhalen we kort de opties van uitpakken uit de vorige les.”
Hoe gaan we het doen?
“We kunnen winkels maken. Hoe dan? We maken een pettenwinkel. een kind leegt de tas in een keer in het midden van de kring. De hoeden kunnen bij de petten. Wat doen we met de pruik? De pruik moet bij de hoeden, omdat hij er als een hoed uitziet. Hij moet ook op je hoofd. Nee hij moet apart in een haar winkel. Pruik horen bij pruiken en hoeden bij hoeden. We leggen alle hoeden en petten bij elkaar bij E. Er moet ook een brillenwinkel komen zegt M. we leggen alle brillen bij elkaar. ook de papieren brillen worden erbij gelegd. Daarna maken we een winkel met sjaaltje. Het is geen sjaal het is meer een touw. Er zitten wel veren aan. Ook veel losse veren. Waar horen die losse veren bij? Is er ook een verenwinkel? Ja die horen bij elkaar. De meeste kinderen vinden dat er een aparte winkel moet komen. Ik vraag aan O. wat zou jij kiezen voor een winkel? O kiest een maskerwinkel. zijn dat niet ook een soort brillen. Nee dat moet apart. De konijnenoren en het staartje horen in de konijnenwinkel”
De kinderen kopen hun spullen bij de verschillende winkels en we maken de foto: