Groepen 5 filosoferen over over grote en kleine reuzen, over soorten en maten, over potentie en groeikracht, over essentie
De reuzen doen een wedstrijd wie de grootste hap kan nemen. De kleine reus maakt weinig kans.
Waar wonen de reuzen?
“De reuzen wonen in reuzenland.”
Hoort de kleine Reus erbij? Waarom?
” Eerst niet omdat hij te klein was.Die kleine reus hoort er ook bij omdat hij een reus is. Nee, want hij kan niet bij de boom. Ja, want hij wordt koning van het hele jaar. Hij heeft een appelpit opgegeten. De kleine reus heeft de reuzen verbaasd en daarom hoorde hij er bij. En de Reus was altijd al een reus , ook toen hij een baby was , omdat zijn vader en moeder een reus zijn.”
Heeft de kleine Reus een appelboom opgegeten? ja/ nee waarom?
“Ja, hij heeft een appelboom opgegeten , want als je een pitje zaait dan komt er een appelboom uit. Maar in je buik kan je niets zaaien want er zit geen aarde in je buik, er is geen grond. Eigenlijk heeft hij geen appelboom opgegeten, want het was nog geen appelboom. Hij heeft hem in de grond gestopt, niet opgegeten. Je kan geen appelboom eten wan die zijn van hout en hout kan je niet eten. De appelboom komt er later bij. Je maag doet er niets mee, je poept het gewoon weer uit. Dus hij zat te liegen. Hoe kan de appelboom groeien zonder water. Je kan geen appelboom eten, want daar zitten takken aan en aardeen beestjes in. Je kan een appelboom ook niet zomaar uit de grond halen. Dat van dat water staat niet in het verhaal. Ik denk dat het wel kan regenen.”
Zit er in die pit een appelboom?
“Ja , want als je middenin snijdt, dan zie je een pitje, dan gaat het groeien. De pit moest eerst groeien in zijn lichaam, dan wordt het een boompje. Daar zit een boompje in , een klein rond pitje. Ik ben het daar niet mee eens. In he tipje zit geen boom. Het is een soort wortel, als je het in de grond zet wordt het met water en licht en warmte een wortel en dan wordt het een plantje en een bootje. In het zaadje zit een stofjedie kan een boom worden als je het in de aarde doet. “
We doen een spelletje opschepperij: de bedoeling is dat de kinderen elkaar overtreffen in het opscheppen en dat het een wedstrijd wordt. Dan zegt D “Mag ik als laatst?” Ik besluit om de opschepperijtje op papier te laten doen zodat ieder kind voor zichzelf iets kan bedenken. Daarna stemmen we wie de grootste opschepper is.