Een naam voor Babymuis

Voor het 3e schooljaar mag ik ook dit jaar weer met de allerkleinsten wekelijks filosoferen. Inmiddels heb ik mijn eerste kleutergroep nu al in groep 4 voor de filosofieles wekelijks en ik kan zien dat de kinderen een filosofische houding ontwikkelen; zij zijn gewend aan het om de beurt praten, wachten, herkennen van een vraag, dat ze mogen nadenken over vragen en dat er verschillende dingen gedacht en gezegd  (mogen) worden, ze luisteren  naar elkaar en reageren op elkaar en denken samen.

Het vraagt voor de jonge kinderen om veel “aankleding” van de les en bewegen, want kleuters kunnen niet (lang) stilzitten en hebben een rijke verbeelding. Dus stimuleer ik hen om “mee te denken” met hun lijf en verbeelding.

Met 6 kleuterklassen (groep 1 en 2) begin ik dit nieuwe “filosofie” jaar met de naam. Er is een babymuis in de klas en die heeft nog geen naam.  Als de kleuters binnenkomen staat het mandje met het muisje midden in de kring,  op een kleedje in een groot poppenbed.

De kinderen denken na over verbanden tussen de naam, wat je doet, waar je vandaan komt, over iets benoemen met een woord en hoe iets zich voordoet; de verschijning, het uiterlijk, het gedrag en het woord. Taligheid en gedrag in de kleuterklas. Over woorden zoeken en woorden vinden.

Ik vertel dat papa en mama Muis op zoek gaan naar een naam*.  Papa muis vraagt het aan muizen die hij tegenkomt op reis:

Tijger? Nee, dat kan niet want ze brullen en eten muizen op èn mensen.

Draak? Niet, want ze kunnen vuurspugen en dan worden de muizen en de mensen bang.

Hond? Nee, want honden graven botten en ze eten kleine muisjes.

Varken? Nee want ze zijn vies en babymuis is niet vies. Varkens spelen in de modder.

Kikker? Nee want kikkers wonen in het water. Dan is het een watermuis? Bestaat een watermuis?  heb je wel eens een watermuis gezien? Ja,  in mijn dromen.

Haan? Nee want hanen lopen heel anders dan muizen. Hanen wippen en fladderen, zo! (kind doet het voor) Ze lopen niet zo als een muis.  Hanen kunnen een beetje vliegen en een muis niet. en zeggen kukeleku. Een muis kan geen eitjes laten. En hanen kunnen eieren leggen. Nee hanen leggen geen eieren , dat doen kippen.

Geit? Nee , dat kan niet een geit botst bij de deur en dan is de deur kapot. De muis slaapt nog dus geit is geen goede naam. Geiten zeggen “bèh” en dat kan de muis niet. Je kan hem wel vermommen met een masker waardoorheen hij kan kijken en met nep- geiten- benen en veel wol overal.. Niet te veel wol anders lijkt het niet meer op een geit. Je moet goed opletten anders valt de wol eraf. Je kan ook een geitenpak kopen. Een muis loopt niet als een geit.

http://www.bloggen.be/allesovergeiten/archief.php?ID=726108

Rat? Nee een rat heeft een dikke kop. Een dik gezicht.

Muis? Ja dat is goed want hij heeft een dikke buik. Hij kan nog niet goed kijken.

Kleine muis is een goede naam

 

Kan jij lopen als een Haan, een muis, een geit, een hond?

De kinderen mogen voordoen in de kring en om de kring hoe die dieren lopen en wat de verschillen zijn. Het piept, het gromt, het fladdert en het knort en beweegt in de kleuterklas. De kinderen kijken naar elkaar en we doen allemaal mee.  Ze zien de verschillen tussen de dieren en ze doen het. Wie kan er harder lopen een muis of een haan?  Ook dat kunnen de kinderen goed laten zien. De hanen lopen groot en rechtop door de klas en de muizen maken zich klein en lopen op 4 pootjes.  Als de bel gaat zitten de “dieren” allemaal weer netjes op hun stoeltje.

Is het een jongetje of een meisje?

Het is een jongetje omdat hij een groen dekentje heeft. Het is een meisje want hij heeft meisjesogen. Het is een jongen en hij moet Zakaria heten want zo heet mijn broertje ook, dat is een mooie naam.

Komt er visite op het naam -feest van kleine muis? 

Nee! Want hij heet draak en die spuwen vuur. de muizen denken dat er een echte draak is. Ja, wel , er zijn ook kleine draakjes. Er kwam niemand omdat hij Draak heet weten ze niet dat het een muis is, ze zijn bang. Er komt niemand want muizen eten kaas en ze hadden ander eten gemaakt.

Ik haal twee andere muizen uit mijn tas en vraag wie is de pappa en wie is de mama?

De witte is de mama. Want babymuis lijkt erop, die is ook wit. Die grijze is papa. Want hij s niet wit,. Hij heeft een jongensboek aan. Omdat hij een witte neus heeft. Hij is grijs en hij heeft een sportbroek. Dat is een normale papamuis. Het is een muizenbroek met knopen. 

Muizenbroek? Zit de staart aan de broek vast? 

Ja hij zit vast genaaid. Er zit een gaatje in zijn pak. 

Heb jij dat ook?

 

 

 

*  Een naam voor babymuis, Zhang Ze, vries-brouwers, 2016

 

Met dank aan Patricia van Walsum voor het maken van de babymuis.

Posted by | View Post | View Group

Filosofieboom

filosofieboom

Gouden weken met groep 3 t/m 6

Groepvorming en nadenken over wat jij wil leren in de filosofieles dit jaar. Kan jij zeggen wat je wil? Kan jij horen wat de ander wil. Voordat de kinderen binnenkomen in de klas wijs ik “filosofiemaatjes” aan. Ik tel het aantal handen samen omhoog gestoken in de gang. De kinderen willen meedoen! We zitten rondom het “denkbeeldig” kampvuur. In het lokaal is het stikheet vandaag, een van de laatste dagen van Augustus.  We wrijven onze handen en warmen onze voeten aan het vuur in de kring. We oefenen in het zitten als een dweil en ook weer overeind komen en rechtzitten als de bel gaat.

Twee aan twee bespreken de kinderen wat ze willen leren. Wederzijds wordt het uitgesproken,  beluisterd, opgeschreven en in de kring gecontroleerd of het klopt.

Rijk worden, niks weten, schrijven, tekenen, iets leren wat je later pas weet, vragen stellen, koek eten, spelletjes doen, luisteren, meedoen, aan de regels houden, regels van de bal, Zitten inde kring, wachten op je beurt,  om de beurt praten, to be a gentleman….etc..

De kinderen schrijven op de uiltjes wat zij willen leren dit jaar. Er worden uiltjes versierd en in de klasse-boom gehangen. Iedere klas heeft nu een filosofieboom met wensen van alle kinderen voor dit jaar; 160 uiltjes hangen in zeven bomen.

We sluiten af met een doorfluisteroefening; wat wil de juf dit jaar leren?

Posted by | View Post | View Group

Filosofieles

Afsluiting van een schooljaar wekelijks filosoferen met groepen 1 t/m 5. Ik vraag  aan de kinderen van alle groepen wat ze denken dat ze geleerd hebben in de filosofieles;

Groep 4 en 5 schrijven en teken, groep 5 praat erover en groep 1 t/m 3 haalt herinneringen op.

Alle mensen hebben gedachtes en dan kan je alle gedachten bij elkaar zetten in de filosofieles.” (gr. 5)

Goed leren spreken” (gr 4)

Vragen stellen en antwoorden geven” (gr 5)

“Leren verschillende meningen te hebben” (gr5)

“Op elkaar reageren” (Gr. 5)

Herinneringen van groep 3:

“DE aap met de blauwe billen, dat het rijmde en dat we woorden mochten raden. Toen de heks haar toverboek kwijt was. Het schaap dat op de berg klom. Het nest samen maken. Ruilen en rijkdom en schatten en met die portemonnaie met dat geld. Van ruilen komt huilen. De tranen thee; van de lepel die achter de kast was gevallen. Van de ridder die moest ontsnappen uit de torenkamer en wat hij dan nodig heeft. Van de olifant met vleugels. Hij was eerst een ei , maar hij had olifantenbloed. En hoe de dief binnen in het huis kon komen. Het kikkerverhaal, De gruffalo en de slang die zei dat hij bij de Gruffalo ging eten. De sneeuwpop. En dat het zielig was dat hij ging smelten. Het spel wie is de baas.  En wij vinden jou superleuk!”

 

Willen jullie volgend jaar nog filosofieles van deze juf?

“Ja, maar als we nerveus zijn willen we even naar buiten. U mag mee omdat u een lieve juf bent. De vragen vind ik leuk , daar word ik slimmer van. Wel en niet, want soms moeten we naar de wc als we het gesprek hebben en dat kan dan niet” Leuk als we filmpjes kijken. Niet als ik word overgeslagen. Het moet niet te moeilijk worden. Een grote groep is niet leuk, want dan kom je niet aan de beurt in het gesprek” (Gr. 5)

 

Posted by | View Post | View Group

Ogen en de rest

KONICA MINOLTA DIGITAL CAMERA

Zeer Korte Filosofieles (ZKF) Met groep 5 aan de hand van een foto. Een kind heeft het voorzitterschap van de groep.

Kan je bestaan als je alleen ogen hebt?

“Dat kan niet want je hebt ook hersenen nodig. En een hart anders kan je niet leven. Als je geen mond heb , krijg je geen zuurstof. Zonder hart kan je niet leven. Dat kan niet allemaal in je ogen zitten.Het kan wel maar dan ben je een ander wezen, dan ben je geen mens”

 

Posted by | View Post | View Group

IJs

Met groep 5 een Zeer Korte Filosofieles (ZKF) aan de hand van een foto met vragen voor een kind dat de kaart ontvangt en het voorzitterschap van de groep kort vervult.

Krijg je koude voeten als je er op loopt?

“Ja, maar daar kan je niet op lopen.”

Drijft het ijs op het water?

“Dat lijkt zo.”

Hoeveel ijsklontjes heb je nodig om dit te maken?

“Drieduizendmiljoenmiljard… Het is te veel werk. Het is vanzelf ontstaan. Het kan wel gemaakt zijn, het is door de natuur gemaakt , dat kost veel tijd. Het is een koude plek. Het komt nadat het gestopt is met sneeuwen. De zon zit dan aan de andere kant. en de andere kant is het koud. Er zijn geen ijsklontjes nodig omdat het de Noordpool is.”

Denk jij dat er ook ijs onder het water is?

“Ja daar is veel ijs onder, maar dat kan je niet zien. Je ziet het wel in het spiegelbeeld, maar dat is anders.”

 

Posted by | View Post | View Group

Snoep

Zeer Korte Filosofieles (ZKF) voor groep 5 over een kaart uit de kunsthal uit de tentoonstelling van Hyperrealisme. één kind mag zelf een vraag uitkiezen en die in de groep brengen.

Wat proef je als je naar het snoep kijkt?

“Ik voel dat ik trek krijg in een snoepje. Als ik snoep zie begin ik te kwijlen. Dat heb ik niet met alle snoep, niet met alles krijg ik trek in snoep. Wat vies eruit zien hoeft niet perse vies te smaken. Sommige mensen vinden drop er vies uit zien, maar dan vinden ze het wel lekker.”

Posted by | View Post | View Group

Klaprozen

Zeer Korte filosofieles met groep 5. We kijken naar een foto van klaprozen in een veld. Een kind mag een vraag uitkiezen die ik erbij heb geschreven.

Wanneer bloeien de klaprozen?

“De klaprozen klappen open in de zomer. want dan is er veel licht. Maar in de zomer is het warm, hoe krijgen ze dan water? Klaprozen hebben geen water nodig. Ze klappen heel wijd open en dan krijgen ze veel zon.  Ze bloeien gewoon wel. Nee, want de klaproos komt in de lente en dan is er wel water. “

 

Posted by | View Post | View Group

Spiegelbeeld

Zeer Korte filosofieles met groep 5 over spiegelbeeld. We kijken naar een foto en een kind mag vragen stellen.

Is het er één of zijn het er twee?

“Het zijn er twee, omdat ik er twee zie. Het is er één misschien is het een spiegelbeeld. Het is een spiegelbeeld , want de Flamingo kijkt in het water, daarom zijn het er twee. Het is ondersteboven en dat is het spiegelbeeld van het water, hij staat in het water met zijn poten. Als je helemaal in het water staat zie je dat niet.”

Posted by | View Post | View Group

twee apen

Zeer Korte Filosofieles (ZKF) met groep 5 aan de hand van een foto.  Ook hierbij vervult een kind de voorzitters rol en vraagt door.   Over overeenkomsten en verschillen en de betekenissen hiervan voor communicatie en sociale omgang. Over het verschil tussen mensen en dieren.

Lijken de apen op elkaar?

“Ja ze lijken op elkaar omdat ze een tweeling zijn. Ze zijn even lang. Ze zijn niet even lang. Je weet niet of ze hetzelfde zijn.”

Denk je dat ze het leuk vinden , dat ze op elkaar lijken?

“Nee, ze willen graag verschillend zijn van elkaar. Als ze hetzelfde zijn kunnen ze met elkaar communiceren, daarom vinden apen het leuk om hetzelfde te zijn. Degene die hetzelfde zijn die spelen fijner. Als ze verschillend zijn kunnen ze ook wel met elkaar spelen maar dat is minder leuk.

 

Posted by | View Post | View Group

Ogen

In de groepen 4 en 5 krijgen de kinderen om de beurt van mij een kaart waarop ik iets schrijf voor hun, als moment van persoonlijke aandacht. In de loop van het schooljaar heeft dat zich ontwikkeld tot een kaart met (filosofische) vragen erop om over te denken. De laatste lessen laat ik de kinderen de voorzittersrol vervullen in de kring aan de hand van de kaart met vragen. Gisteren had ik een kaart met een mangameisje erop en de volgende vragen. 

  • Ken jij iemand met groene ogen?
  • Kan je zelf kiezen welke kleur ogen je hebt?
  • Word je met een kleur ogen geboren?
  • Wat vind jij het mooist?

Het meisje waarvoor de kaart was mocht zelf een vraag uitkiezen waarover ze met de kinderen verder wilde denken.

Kan je zelf kiezen welke kleur ogen je hebt?

“Mijn broertje heeft groene ogen , ik niet. Nee, dat kan niet , je krijgt de kleur ogen van je moeder. Je krijgt je kleur ogen van God.  Je krijgt je kleur ogen van Allah. Van Allah en een beetje van je moeder. En ook je vader. Het komt door drie personen: 1e God, 2e moeder, 3e vader. God neemt uiteindelijk de beslissing. Als je niet in God gelooft, dan beslist je moeder over de kleur.  Nee de kleur komt via een zaadje. Of er nu een God is of niet het gaat altijd precies hetzelfde. Een meisje krijgt de kleur van haar moeder en een jongen die van zijn vader. Heeft iedereen altijd gekleurde ogen? Je wordt met de kleur ogen van de toekomst geboren. Wat als de hele familie groene ogen heeft en jij als enige blauw? Wat dan? Ja dan kan als je ouders gescheiden zijn of zo. Maar je moet altijd een kleur ogen hebben.”

 

Posted by | View Post | View Group