De vreemdeling

Wat is een vreemdeling?

Groep drie denkt daarover na aan de hand van dit boek.

Hoe heet de vreemdeling?

Ze  noemen de rat een Dief, omdat ratten gevaarlijk zijn. Hij heeft geen naam , want hij heet gewoon Rat. Ze waren te laat met het vragen naar een naam van de Rat en toen zei Varkentje al dat de Rat slecht was en toen gingen ze het niet meer vragen. De kikker heet ook gewoon Kikker, dus dat is niet gek. Omdat Varkentje gewoon zei dat hij een dief was en daarom hebben ze het niet meer gevraagd.”

Wat is een vreemdeling?

“Als je iemand niet kent, als je geen vriend bent, als je geen kennis hebt gemaakt, als je elkaar geen hand hebt gegeven, als je iemand zijn naam niet kent, als je het niet weet, als je iemand niet kan zien.”

Is een vreemdeling ook griezelig?

“Ja, wel als je zijn gezicht niet kan zien,

Als je je gezicht niet kan zien.

als hij een masker op heeft. Je mag nooit zomaar met een vreemd iemand mee gaan, want dat kan gevaarlijk zijn. 

Toen juf Karin 3 jaar geleden voor het eerst hier was, was ze een vreemdeling? Ja zegt J. Was ze ook griezelig? Ja wel een beetje. Waarom? omdat ik de hele tijd naar haar keek en zij naar mij.Waarom?  Omdat ik niet wist wie zij was, moest ik steeds kijken. Is dat nu nog zo? (ik zit achter J. als hij antwoord geeft, hij zit op het puntje van zijn stoel te grijnzen) Hij kijkt over zijn schouder mij aan en zegt Nee! “

het blijft een regenjas

We doen de oefening met het regen -jack; E. doet het eerst gewoon aan en daarna achterstevoren met de kap voor haar gezicht. Weet je wie het is, is het een vreemdeling? hoe weet je dat? is het eng? “Het blijft een regenjas!”

 

 

Posted by | View Post | View Group

De ober

In de filosofielessen besteed ik veel aandacht aan de voorwaarden om te kunnen filosoferen:

Elke les worden deze voorwaarde genoemd en geoefend, soms kort en soms langer. Als iets niet goed gaat vergroot ik het uit voor de kinderen en kijken we er met elkaar naar en onderzoeken wat er gebeurt. Vaak oefenen we heel praktisch hoe we iets doen en hoe het ook anders kan gaan en wat de verschillende manieren ons opleveren. Bijvoorbeeld:

In de kring zitten met elkaar. Aandacht hebben voor wat er in de kring gebeurt; het gesprek, het verhaal, de film. De bel. De regels van de bal.

 Waarom praten we één voor één?

Vandaag hebben we onderzocht hoe het gaat als we allemaal door elkaar iets zeggen. Bedenk in je hoofd , zonder te praten wat vind jij het lekkerst? Dan tel ik af 3…2…1…go!  En alle kinderen mogen dan tegelijk het lekkerste hardop zeggen: Patat, ijs, chips, kroket, hamburger, worst, ei, …..

Dan laat ik de bel klinken en iedereen is weer stil. Ik vraag “Wat heb jij gehoord?” Wie heeft gehoord wat Jan zei?

Er gaan vingers omhoog. Ik geef kinderen de bal die het verst bij Jan vandaan zitten.  Chips, patat …Nee, zegt Jan dat klopt niet, dat zei ik niet. Zo gaan er nog een paar kinderen raden. Dan steekt Rik zijn vinger op , die zit naast Jan. Rik krijgt de bal en zegt “chocoladekoek” , dat zei Jan. Jan grinnikt “bijna goed” Ik zei  “chocoladekoekjes”. Ja zegt Rik , ik heb het gehoord omdat ik naast Jan zit.

Daarna spelen we obertje en de juf neemt één voor één de bestelling op van de kinderen. We praten met de bal.

 

 

 

Posted by | View Post | View Group

Heb je plakband op je mond?

Is dat een weet vraag of een filosofische vraag. Ik vraag de groep om een vrijwilliger. “wie wil helpen? ?” “Het kan een beetje zeer doen” Er zijn veel vrijwilligers.!

I. komt bij mij staan , ik pak het rolletje plakband en houd het voor haar mond. “of ze het zelf even vast wil houden.

I., vraag ik , heb je plakband op je mond?

De groep zit op het puntje van zijn stoel!

Posted by | View Post | View Group

Waar zijn je benen?

Groep 6 heeft het nog steeds druk met vragen sorteren. Groep 6 worstelt met raadsels, grappen, echt of niet echt, een spelletje spelen, veronderstellingen doen, logische redeneringen en een heuse vraag onderzoeken.

Zij hebben enige weken geleden 55 vragen gesteld aan een pompoen. Een van die vragen is “Waar zijn je benen” De pompoen die in de kring ligt heeft geen benen en hoe ben je dan naar school gekomen. Is het een weet vraag of een filosofische vraag?

Als je benen eraf gehakt zijn dan weet je niet waar je benen zijn. Die kunnen wel bij iemand anders zonder benen zijn aangenaaid en die loopt er dan mee weg. En dan weet jij niet waar ze zijn. Dus is deze vraag een filosofische vraag want we weten het antwoord niet. Je weet het toch sowieso niet want als je benen zijn afgehakt ben je dood en dan weet je niets meer”

De volgende les ligt weer die pompoen in het midden van de kring. Er steken twee Barbybenen onderuit.

Wat zie je? vraag ik

“Die benen zijn misschien in de pompoen gegroeid. Een kind was kwaad omdat ze maar één barby heeft. Ze heeft de benen van haar barby eruit getrokken en op straat gegooid. De benen zijn van de barby afgehakt. De Barby ligt er gewoon onder. Die heeft de juf eronder gelegd. Er zitten billen aan de benen, Die benen groeien gewoon uit de pompoen. Barbies kunnen niet bewegen, dus die popoen heeft er niets aan. Zo kan die pompoen nog steeds niet lopen want hij is veel te zwaar voor die benen. Die benen zijn helemaal niet van die pompoen, want ze zijn niet dezelfde kleur. Waarom heeft hij eigenlijk benen als hij toch niet kan lopen.  Je kan ogen hebben en toch blind zijn, dus je kan ook benen hebben terwijl je niet kan lopen, dus dat is niet raar.  Die benen zijn een soort wortels van de pompoen. Als de benen waren afgehakt zou er bloed liggen. Nee een Barby heeft toch geen bloed. Ik heb medelijden met die pompoen omdat zijn benen het niet doen. Die benen horen echt niet bij die pompoen. Als er geen Barbypop aan vast zit dan weet die barby niet waar haar benen zijn. Die Barbypop weet dat sowieso niet want die kan niet nadenken, het is maar speelgoed.”

Posted by | View Post | View Group

onzichtbaar

In de groepen  5 filosoferen we over onzichtbaarheid. Wat zou jij doen als je onzichtbaar was. Iets wel of niet mogen. Je kans schoon zien. Wat wil jij graag?

Ik vertel het verhaal van de Jongen Gyges* Die op zijn avontuurlijke tocht door de bergen op een Grieks eiland een ring vindt waardoor hij onzichtbaar wordt.

Wat is er aan de hand met Gyges?

“Zijn moeder ziet hem niet. Ze zwaait niet naar hem. De ring is betoverd. Met die ring ben je onzichtbaar. Alles stopt , de tijd stopt ook als je die ring aandoet. Als je de ring omdoet ben je onzichtbaar”

Wat zou jij doen?

Er komt een waterval aan ideeen op bij de kinderen. Ze schrikken er soms zelf van , maar ze durven het wel te zeggen:

“Alles pakken. Naar de winkel gaan en snoep pakken. Geld pakken van mijn moeder. Iemand laten schrikken. Grapjes maken met de mensen uit de winkel.  Als iemand je pest kan je hem slaan. Inbreken in de school en al je huiswerk alvast maken en daarna gaan spelen. Alles kopen. “

Mag je stoute dingen doen als je onzichtbaar bent?

Als je de politie plaagt zijn dat goede dingen? Ze kunnen je niet zien met de bewakingscamera. Ja ze kunnen je wel zien, maar dan moet je gewoon bukken.”

Schrijf twee aan twee op in overleg welke goede dingen jij zou doen als je onzichtbaar bent.

“Mijn vader en mijn moeder helpen, omdat dan mijn moeder niet weet dat ik help. Als je een verrassing wil maken dan moet je onzichtbaar zijn. Als je niet wil storen en toch iets wil doen is het goed dat je onzichtbaar bent. Je kan ook stiekem kijken naar de kinderen of ze iets stouts doen, bijvoorbeeld ; belletje trekken en dan verraden  (snitchen). Je kan ook geld geven. 

op het bord wordt door D. bijgehouden wat goed en stout is.

Waarom moet je onzichtbaar zijn als je goede dingen doet?

“Dat ze dan niet zien dat je dat doet anders denken ze dat je het gestolen hebt. Je kan het van een dak naar beneden gooien. Als ze je dan zien gaan de mensen steeds meer aan je vragen. Je kan ook ontsnapte mensen helpen oppakken.”

teken jezelf als je onzichtbaar bent

We doen een spelletje “verander van plaats als je denkt dat; slechte dingen mag doen als je onzichtbaar bent” en “als je vindt dat je geen slecht dingen mag doen als je onzichtbaar bent” Twee meisjes veranderen beide keren niet  van plaats. We onderzoeken hoe dat zit. J. vraagt aan hen ” Hebben jullie dan geen mening?” de meisje antwoorden “we waren aan het twijfelen we vinden allebei een beetje waar.” Bij de volgende vraag, trekken een paar  kinderen elkaar van hun stoel. Eerst moeten we lachen maar ik leg de kring even stil bij deze gebeurtenis en vraag wat hier gebeurt.

A. zegt; Als je vindt dat je nooit gemene dingen mag doen verander je van stoel. Wie blijft zitten denkt daar anders over, die heeft een andere mening. Als je iemand dan van zijn stoel trekt dan dring je iemand jouw mening op”

Filosofieles ontworpen in opdracht van Rotterdam Stichting Vakmanstad in samenwerking met Mirjam Poolster.

 

  • Wikipedia: https://nl.wikipedia.org/wiki/Ring_van_Gyges  :De ring van Gyges of Gyges’ ring is een mythisch en magisch artefact waar de Griekse filosoof Plato over vertelt in het tweede boek van zijn Staat (2.359a-2.360d). Wie de ring bezat kon als hij dat wilde onzichtbaar worden. De Lydische herder Gyges vond deze ring, ging naar de koning van zijn land, verleidde diens vrouw en vermoordde hem om zelf koning te worden. Glaucons verhaal over de ring van Gyges suggereert dat de enige reden dat mensen moreel handelen, is dat het ze aan de macht ontbreekt om zich anders te gedragen. Met andere woorden: neem de angst voor straf weg, en de “rechtvaardige” mens zal zich net zoals de onrechtvaardige gedragen: onrechtvaardig en immoreel.
Posted by | View Post | View Group

Gezelligheid in een potje

Met 8 kleutergroepen 1 & 2 denken we na over gezelligheid , vriendschap, samen spelen en …een potje. Welke voorwaarden zijn er aan gezelligheid; vrienden, bewegingsruimte, warmte, speelgoed, je familie en nog veel meer dragen de kinderen aan voor dit potje van wel of niet gezelligheid.

Wasbeer en otter zijn vrienden en ze spelen samen buiten. De kleuters doen het voor op het wereld- kleed.

de kleuters doen het voor op het wereldkleed

Wat doen ze als ze vrienden zijn?

“Ze gaan ijsjes halen. Ze maken een picknick. Wasbeer en otter gaan samen naar de speeltuin. Ze slapen samen, ze komen bij elkaar op visite. Ze eten ze drinken, kijken samen televisie. Ze maken een puzzel. Samen met de trein naar de dierentuin.”

De otter vindt een rups in het water en stopt die in het knikkerpotje van de Wasbeer. Hij gooit de knikkers eruit (dat doen de kinderen voor op het kleed) en stopt de rups in het potje. Ook knipt hij een gat in het gordijn van de wasbeer om het potje af te dekken. De wasbeer is heel boos.

Waarom is de wasbeer boos?

“De wasbeer vindt het niet leuk dat alle knikkers omgegooid zijn. Ze zijn geen vrienden meer de wasbeer is boos. De wasbeer was boos omdat de otter een gat in zijn gordijn heeft gemaakt.”

Kijk er zit een gat in het gordijn van de wasbeer.

is het gezellig in het potje?

Is het gezellig in het potje?

“Nee want er zitten kruimels in, die moet de otter opruimen. Het moet opgeruimd zijn. De rups kan ook geen ademhalen als de deksel op het potje zit. Het is niet gezellig voor de rups want hij zit vast en hij zit daar niet goed in dat potje. De rups past er niet in. Hij heeft geen ruimte om te kruipen. Daarom is het niet gezellig in het potje. Hij moet kleiner zijn, dan heeft hij ruimte om te kruipen. De rups moet terug naar het water. Als hij ziek is moet hij naar de dokter en niet in het potje. Hij moet medicijnen. De rups moet naar zijn eigen huis toe. Er moet een plantje bij , dan wordt het gezellig. Nee, het is niet gezellig want hij zit alleen in dat potje, er zijn gen vriendjes. Het is koud in dat potje, er moet een dekentje bij. De deksel moet er weer op.”

Wat kunnen otter en wasbeer doen?

De kinderen vertellen en de otter luistert naar hen wat hij moet doen. In mijn oor fluistert hij zijn reactie’s op de voorstellen van de kinderen. Zo komen de kinderen via de juf in gesprek met de otter.

“Otter, je kan het oplossen door de rups weer in het water te gooien. Maar de rups is ziek zegt de otter. De otter kan ook een nieuw gordijn kopen voor de wasbeer. Hij kan ook het gordijn plakken. Of naaien of breien. R. Doet het voor alsof hij een kleermaker is.  Ze gaan sorry zeggen omdat ze ruzie hebben gehad. Ze moeten elkaar een handje geven. Ze moeten het gordijn lijmen. De knikkers moeten weer in het potje en de rups moet weer naar het water. dan is het pas gezellig”

Na alle adviezen en gesprekken met de otter over de rups, het potje, de wasbeer en gezelligheid. Mogen de kinderen even “slapen onder hun stoel” met de ogen dicht. de rups wordt een vlinder.

slapen onder je stoel

 

Wat gebeurt er met de rups?

“Toen de otter aan het slapen was veranderde de rups in een vlinder. 

“Vlinders moeten in de lucht. Op het eiland op de berg daar kan hij nog beter vliegen. Op het eiland is de vlinder weer bij zijn familie.”

We sluiten het verhaal af met een gezellig plekje voor de vlinder op het kleed.

“De vlinder moet uit de pot, het is niet gezellig. Hij kan niet ademen als de pot dicht zit.Je moet de vlinder brengen waar het wel fijn is. In de lucht. Bij de bloemen. Ze was geboren als een vlinder. Hij moet naar de bloemen. Naar de lucht daar kan hij vliegen. ”

vlinders moeten in de lucht

Een liedje zingen om de knikkers te verzamelen in het potje en ……. we toveren het gordijn weer heel. Alle kinderen willen wel tovenaar zijn. Een kleuter is de tovenaar en die trekt het gordijntje zachtjes uit mijn hand en….het gat is verdwenen!

 

Posted by | View Post | View Group

Tijd

Bijna elke filosofieles vanaf groep 3 doen we altijd in alle klassen een kleine oefening met tijd. Hoe lang denk je dat we doen over ons namen rondje bijvoorbeeld.  Maar ook hoe lang doen we erover om een theateropstelling te maken?Het is voor de kinderen een uitdaging en een manier om direct betrokken te zijn bij de les. Ik gebruik daar allerlei soorten zandlopers voor. Ook zijn er altijd allerlei rollen voor kinderen ; een tijdbewaker die de zandloper omdraait, een regisseur die bedenkt hoe we iets gaan doen  en altijd een paar ” tijdschatters”. De kinderen zijn zo al doende bezig om waar te nemen en te onderzoeken welke invloed er is op tijd, hoe tijd beleefd wordt en hoe je met elkaar tijdbeleving kan delen of juist van elkaar afwijken.  Naar aanleiding van deze ondersteunende oefening besluit ik om een les expliciet te besteden aan de tijd.

Eerst onderzoeken we de zandlopers.

Hoe komt het dat de ene zandloper eerder klaar is dan de andere?

“Er zit in de ene meer zand dan de andere. Nee , dat zand loopt zijn eigen snelheid. Het gat in het midden is groter of kleinere, daardoor komt het.Hoe kunne mensen nu precies weten hoeveel zand er in de zandloper moet?  De makers weten het want ze hebben het er zelf in gestopt. Dan weten ze dat 60 seconden 1 minuut is.  Ze gaan het testen met een stopwatch”

Hoe kunnen we nu precies weten hoeveel tijd dat is?

De klas wordt verdeeld in groepjes en elk groepje krijgt een paar zandlopers met verschillende tijden; 30 seconden, 1 minuut, 3 minuten, 10 minuten.

Wat kan je doen in ….minuten?

“Tandenpoetsen, huiswerk maken, rennen, slapen, ruzie maken, iemand bedanken, jezelf slaan, ontbijten, door de school rennen …..en nog veel meer.”

Daarna bespreken we alle tijdsbelevingen in de grote groep. Daarna reageren de kinderen op elkaars tijdsbelevingen.

“5 minuten is voor mij te kort om te ontbijten, want ik eet brood. Ik drink alleen melk ’s ochtends dus ik ben zo klaar. Ik doe niet 10 minuten over het douchen want het water is koud”

Hoe lang doe je over door de school rennen heen en terug ?

We maken weer met elkaar een inschatting en natuurlijk willen alle kinderen het wel even uitproberen. We bespreken een route met elkaar en een kind mag het uitvoeren. Het duurt langer dan we hadden gedacht, want hij rende niet!

Hoe lang doe je over ruzie maken?

“10 of 20 minuten. Het duurt langer als je iets ergs hebt gezegd. Nee hoor , als je iets ergs hebt gezegd dan krijg je straf en dan duurt het niet lang. Het duurt bij mij wel 2 of 3 weken. Lieve mensen maken korter ruzie. Soms duurt het langer , dan gaat iemand na de straf gewoon door. Als de bal tegen je hoofd komt kan je ruzie krijgen. Is dat zo? Als het per ongeluk gebeurde dan kan je dat uitleggen en dan heb je gewoon geen ruzie. Dat is niet altijd zo . soms gaat iemand ruzie zoeken dan zegt hij “hoezo schiet jij zo maar op mijn hoofd?” Als er een baas is dan duurt ruzie minder lang.”

Van alle activiteiten die de kinderen hebben bedacht die een tijd kunnen hebben , heb ik kaartjes gemaakt. Steeds krijgen 2 kinderen een kaartje en we kiezen in de groep wat er langer duurt. Ik zet zandlopers op een rij in de kring en de kaartjes worden al pratend en denkend op de tijdlijn geplaatst.

 

Posted by | View Post | View Group

Eend en Vos; helpen, pesten of … je eigen hachje redden

Uit “Dierenfabels” Max Velthuis, Leopold

In groep 4 vertel ik de fabel van Vos en Eend. De vos heeft honger en de eend wil blijven leven (en de vos ook). Over aardig zijn, slim zijn, je eigen hachje redden.. en over het grootste geluk van allen.

Wie is er het slimst de vos of de eend?

“De eend is het slimst, omdat hij de vos in de val wilde lokken. De vos wil de eend opeten. De vos is het slimst omdat hij met de eend wil trouwen. De eend is het slimst omdat hij een kuil graaft, wegrent en kan zwemmen. De vos is slimmer omdat hij gaat slapen in die kuil. De eend is slimmer omdat hij weet dat de vos niet kan zwemmen.  De vos is slim omdat hij sorry heeft gezegd. De eend is niet slim omdat de vos een gat in zijn hoofd kreeg en dat is erg als je dat doet. De eend is slim omdat hij eten brengt aan de vos.  Ze zijn allebei slim. De vos is dom omdat hij in de valkuil valt.

We turven en kiezen wie de eend of de vos slimmer vindt. Een leerling noteert dit op het bord. We verdelen de groep fysiek in de verschillende standpunten. De kinderen kiezen hun plek afhankelijk van hun mening. “filosoferen met je hele lijf”

“Vossen houden van eenden maar eenden houden niet van vossen. De eend is slim dat ze niet wilde trouwen, omdat hij haar toch wel een keer wilde opeten. “

Pest de eend de vos?

“Ja, want de eend helpt de vos niet, en hij heeft honger. En die kuil graven is pesten. Nee de vos pest de eend omdat hij zegt dat hij haar wil opeten.  Maar de eend moet wel een kuil graven om te blijven leven. En de vos moet wel eten om te blijven leven. De vos wil leven, die heeft gewoon honger. De vos is toch dom, die had beter niet kunnen zeggen dat hij de eend  de volgende keer wilde opeten, toen werd de eend bang. De vos pest. Eigenlijk kan de vos gewoon water drinken. “

Waarom wil de vos eigelijk de eend opeten?

“Als je lekker gaat eten en een ander heeft niets dan is dat pesten. Ja, omdat het niet aardig is. Ik vind dat de vos gewoon pest, omdat hij naar zijn hol moet gaan en zelf eten koken.” 

Pest er iemand in het verhaal?

“Nee!  Ja wel !, als je gemeen bent dan ben je aan het pesten. Als de vos zegt “die ziet er lekker uit” dan is dat pesten, want de eend wordt dan bang.”

De kinderen spelen de rollen uit van de eend en de vos; wat kunnen ze tegen elkaar zeggen;

Mag ik je opeten eend? Nee zegt de eend. De vos zegt : Ik heb honger, ik wil iets eten.

De eend zegt ik heb lekkere soep voor je gemaakt , lust je dat? Het is tomatensoep

Heeft de eend nog andere vrienden?

“Ja die eend komt mij bekend voor, die heeft veel meer vrienden. Hij hoeft niet te trouwen met de vos. Hij is ook vriend van de kikker. dus die kunnen ook trouwen.”

Filosofieles ontworpen in samenwerking met Mirjam Poolster

 

 

 

 

 

Posted by | View Post | View Group

De tas

Met groep 3 onderzoeken we hoe we een tas vol verkleedspullen uit kunnen pakken en verdelen, zodat iedereen verkleed op de foto kan. We doen er twee lessen over. De tas is bekend bij de kinderen. . De tas staat in de kring met spullen erin. De kinderen halen herinneringen op “uit de tas”. Ze onderzoeken verdelingsprincipes, effecten, voor- en nadelen, ze sorteren op kenmerken en gebruik en ze komen tot een zichtbare mogelijkheid van verdeling.

Wat zit er in de tas?

“3 verrensjaaltjes, een hoed, een snor, kostumen, heel veel brillen, een bril met hartjes, konijnenoortjes en een muts. Een ananasbril.”

Hoe gaan we de spullen uit de tas verdelen voor de foto?

“Eén voor één. Alles neerzetten en dan om de beurt iets pakken. Nee dat duurt veel te lang. We kunnen de tas omkiepen en overal dingen neerleggen en dan steeds drie kinderen iets pakken. We kunnen de tas ook rustig doorgeven dan kan iedereen iets eruit pakken en ook kijken. Als je de tas omkiept dan gaat misschien het konijnentaartje kapot. Eerst de meisjes en dan de jongens. Wie vindt dat ook? alle meisjes steken hun vinger op. Nee eerst de jongens! alle jongens steken hun vinger op

Moet er een baas zijn?

“Nee dat hoeft niet. Wel als twee kinderen hetzelfde willen. De juf kan dan steeds 3 kinderen aanwijzen, met haar ogen dicht. Nee het is beter als de juf de kinderen een voor een aanwijst. Ze kan ook langslopen.  Alles kan gewoon in de tas blijven dan wordt het geen rommel. Oh nee toch anders , beter als we alles ook kunnen zien. Als je allebei hetzelfde wil moet je het samen oplossen. Je kan steen papier schaar doen.

2 e les herhalen we kort de opties van uitpakken uit de vorige les.”

Hoe gaan we het doen?

Pettenwinkel

We kunnen winkels maken. Hoe dan? We maken een pettenwinkel. een kind leegt de tas in een keer in het midden van de kring. De hoeden kunnen bij de petten. Wat doen we met de pruik?  De pruik moet bij de hoeden, omdat hij er als een hoed uitziet. Hij moet ook op je hoofd. Nee hij moet apart in een haar winkel. Pruik horen bij pruiken en hoeden bij hoeden. We leggen alle hoeden en petten bij elkaar bij E. Er moet ook een brillenwinkel komen zegt M. we leggen alle brillen bij elkaar. ook de papieren brillen worden erbij gelegd. Daarna maken we een winkel met sjaaltje. Het is geen sjaal het is meer een touw. Er zitten wel veren aan. Ook veel losse veren. Waar horen die losse veren bij? Is er ook een verenwinkel? Ja die horen bij elkaar. De meeste kinderen vinden dat er een aparte winkel moet komen. Ik vraag aan O.  wat zou jij kiezen voor een winkel? O kiest een maskerwinkel. zijn dat niet ook een soort brillen. Nee dat moet apart. De konijnenoren en het staartje horen  in de konijnenwinkel

De kinderen kopen hun spullen bij de verschillende winkels en we maken de foto:

 

Posted by | View Post | View Group

De beste stoel

stoelendans

In twee groepen 3 onderzoeken we wat de beste stoel is. We doen stoelendans in de kring en we oefenen hoe je in beweging komt met elkaar in de kring. Hoe je een stoel kan vinden, hoe je kan gaan zitten en wat je kan doen als iemand anders al op de stoel zit waar jij op wilt zitten. We zingen, we lopen, we draaien in twee richtingen, we stampen, we luisteren, stoppen,  Kijken en gaan zitten.

Steeds observeren er kinderen buiten de kring. Zij kijken hoe het gaat, hoe lang het duurt, wie er direct gaan zitten, hoe de kring beweegt; groot, klein, snel langzaam. Het gaat steeds anders. De groep leert samen bewegen, kiezen, kijken,luisteren, veranderen. Welke invloeden zijn er op het proces. De juf gaat in het midden van de kring zitten en vraagt “naast wie zit ik?”

 

Posted by | View Post | View Group