word je van eten ziek?

filosoferen met je hele lijf

Kip is ziek

Kleuterfilosofie over ziek zijn en eten.

Als de kinderen binnenkomen staat er een kip midden in de kring . Ze schuiven er nieuwsgierig omheen.  Ik vertel het verhaal van Kip is ziek*. De gravin maakt een “van alles en nog wat”- drankje voor kip. Ze doet alles wat lekker en gezond is door elkaar. Maar de kip wordt alleen nog maar zieker; Ze ziet helemaal groen en geel en ligt slap. De koning is radeloos en boos.

Wat gebeurt er met de kip?

De kip was ziek. Hoe weet de koning dat? Hij was helemaal groen van de chocolade. He komt van het eten.  De kip had een toversoep gegeten. De kip  werd groen van de krachtsoep. Vond de kip het lekker?  nee. Kan iets wat niet lekker is gezond zijn? niet gezonde dingen zijn niet lekker. Ik eet gezonde dingen  maar ik word niet groen.  Paprika is niet lekker maar wel gezond.  Pilletjes mag je niet eten want dan word je blauw en wit. Als de kip groen is moet je ijs op zijn voeten leggen. Wie is er wel eens groen geworden? Welke kleur zijn de bomen? Groen, zijn de bomen ziek. Nee want die eten blaadjes. Van groenten word je alleen beter niet ziek.

Word je van eten ziek? (wanneer wel/niet)

filosoferen met je hele lijf

kip is ziek

“. A: “Als je heel veel eet word je ziek” ” Als je heel klein bent dan wordt je ziek van eten” “als je alles door elkaar gooit maak je een prutje  en dan word je ziek. Kippen moeten zaadjes eten, dan worden ze niet ziek” M: “Als je heel veel koud en warm door elkaar eet word je ziek” A: “Als je heel veel snoept word je ziek” Kippen moeten graan eten anders worden ze ziek” A: Hoestsnoepjes helpen wel”  S: als je iets eet wat vies is word je ziek” M: “Ik eet ook vieze dingen en ik word niet ziek. Ik eet siroop, die vind ik vies, maar ik word niet ziek”  A: Als ik iets lekkers eet word ik niet ziek.”

Op de koningsschool leer je geen krachtsoep maken, dus de koning kan dat niet“”

We maken met de klas een denkbeeldig “alles en nog wat” -drankje. De roerzeef gaat langs bij de kleuters. om de beurt mogen ze er iets gezonds door draaien; “bananen, sinaasappels, sla, komkommer, chips omdat je daarvan groot wordt. Pilletjes zijn niet lekker, maar die moet je altijd eten als je ziek bent, salade,  gele groenten. Tomaten omdat ze gezond zijn, aardappels omdat ze smelten, ..etc.”

Tenslotte geeft de koning de soep aan de kip:

*(uit de Koning en de Kip, Catharina Valckx)

Posted by | View Post | View Group

De ander

filosoferen met je hele lijf

Boze heks; Fluisterkruid

Groep 5 filosofeert over wat je wel en niet mag of kan zeggen tegen een ander.

Wie is die ander? Maakt dat uit voor een mens, een kind, een vriend of een dier?  Heeft dat ook met taal te maken?

De Boze Heks heeft de bosbessen in “Fluisterkruid” veranderd. De Egel en de Haas horen allerlei fluisteringen uit het gras komen; “De Egels is dom” “De Haas heeft lange oren.”  Als de Heks  langskomt klinkt er: “De hekst is slim.” “De heks kan goed toveren.”

Egel en Haas nemen het over van het fluisterkruid en fluisteren nieuwe dingen over de Heks als ze langskomt:  “De Heks heeft een lange neus.” Dat verandert de zaak.

“Waarom verandert de Heks het pratende kruid weer terug in bosbessen?” vraagt  Al. Ad: “Het pratende kruid deed bij de hand, daarom verandert ze het weer in bosbessen. “Mark: “Het fluisterkruid is niet brutaal, de dieren deden dat, dus dat is niet de reden.” Mick: “De dieren zijn brutaal.”

Wat is brutaal?

Mark: “Brutaal is als je gemeen praat tegen andere mensen.” Mick: “Brutaal ben je tegen je moeder als je je bed op moet maken en je zegt dat je het niet doet.” Sam: “Als je gemeen bent tegen dieren dan ben je ook brutaal.” Ami: “Je kan niet brutaal zijn tegen dieren want ze kunnen geen Nederlands.” Onno: “Je hoeft geen Nederlands te kunnen praten want je kan een dier ook stompen en dat is ook brutaal.”

Posted by | View Post | View Group

De zon is een ding

filosoferen met je hele lijf

De klipdas en de zon

Met de groepen 4 filosoferen we over de ondergaande zon, over wetten van de natuur of God of Allah, over de zin of onzin van boos zijn, op wie of wat  je boos kan zijn en de menselijke maat.

De Klipdas (Toon Tellegen, Is er dan niemand boos)  weet niet zeker of de zon morgen weer opkomt. Hij wil dat de zon , lokaal is het maar één keertje, niet onder gaat.  Daarom is hij  iedere dag boos op de zon dat hij ondergaat. Elke avond staat hij te schreeuwen tegen de zon dat hij moet blijven, maar hij gaat toch.

Waarom is de Klipdas boos?

De Klipdas wil niet dat de zon onderging. Hij is boos omdat de zon niet “opblijft”  De klipdas is boos omdat hij voor één keer niet wilde dat de zon onderging, omdat hij in de zon wou liggen.  Wat is een horizon? Een horizon is een zonsondergang, het is een streep in de verte , je kan het zien bij water of een weiland. ?”

Helpt het dat de Klipdas boos is?

“De zon moet om de aardbol gaan, hij kan niet op één kant blijven. De zon kan niet heel lang blijven, want hij gaat dan naar een ander land, dan moeten daar de mensen wakker worden.  Als het bij ons dag is, is het aan de andere kant van de wereld  nacht. Bij de ene kant wordt het gewoon dinsdag en de andere kant wordt het licht. Nee het helpt niet als de Klipdas boos is want de wereld draait toch wel.  Nee, want de zon kan toch niet terug. Het heeft geen zin dat de klipdas boos wordt, want de zon heeft geen oren, ogen en mond dus het maakt niet uit. Het is raar dat de Klipdas tegen de zon schreeuwt want de zon kan het niet horen. De zon kan niet horen of praten, het is geen mens of beest. De zon is wel een ding en een ding kan niet praten. De Klipdas zegt “ik waarschuw je” Dat kan helemaal niet. Je kan niet boos zijn op de zon, je kan de zon wel haten. Je kan helemaal niks tegen de zon zeggen, je moet eerst op een dak klimmen om dichter bij te komen.  En hij gaat toch niet luisteren, want hij leeft niet. Je kan wel boos zijn op iets, maar dat helpt niet echt. Er verandert niets. Bijvoorbeeld boos zijn op de kachel die het niet doet, dat helpt ook niet. mensen zijn anders dan dieren, mensen kunnen wel boos zijn op de zon. Maar dan snapt de zon het nog steeds niet. Gaat de zon andere dingen doen als een mens boos op hem is? God gaat beslissen wat er gebeurt. Dus het maakt niet uit. Allah bepaalt wat er gebeurt.  Wat bepaalt Allah dan? Hij bepaalt wat hij maar wil; of het regent, waait, gewoon alles, ook dat de zon gaat onder de lucht.   ” 

Hoe kan het dat de zon weggaat?

“De zon zweeft, maar kan niet ergens naar vliegen. Hoe komt hij dan naar een ander land? Zweven is hetzelfde als vliegen, het is een soort langzaam vliegen. De zon zweeft. De zon is de grootste aarde. Hij kan dan makkelijk in hetzelfde land komen. De zon gaat van de ene helft van de wereld naar de andere. De zon kan zweven want er is geen zwaartekracht. De zon en de maan zijn hetzelfde ding, alleen de zon is licht en de maan is donker.  Het lijkt of de zon onder gaat , maar hij gaat eigenlijk naar boven. Het water maakt de zon uit.  De wereld gaat op zijn kop, en wie is dan de baas?”

Waarom weet de Klipdas dat niet?

“Omdat hij een dier is, een dom dier. Er zijn domme dieren en slimme dieren. Dat de zon van de ene kant naar de andere kant van de wereld gaat is eigenlijk normaal.  De zon kan niet de hele tijd bij ons blijven. De wereld beweegt, de zon en de maan blijven staan. “

Verwerkingsopdracht: de kinderen tekenen een drieluik van de zon

Posted by | View Post | View Group

Verschijnselen?

filosoferen met je hele lijfZiek zijn: Wat is iets en hoe doet het zich voor?

Filosoferen met je hele lijf.

Kunnen we door bepaalde waarnemingen zeker weten of of het om ziekte gaat? Of kan het ook iets anders betekenen?

Ik vertel het verhaal van het zieke Varken. Het varken heeft rode vlekjes. Dat zien de kleuters wel. “Dan heeft hij de waterpokken!” Varken is ook moe, heeft zijn ogen half dicht. Hij heeft tranen en kreunt onder een grote berg dekens en … hij ligt slap op de bank.

“Als je ziek ben loop je scheef en dan maak je rare voetafdrukken in de sneeuw” zegt Richard. Hij heeft in de les bij zijn klasse-juf goed opgelet en zegt “dat zijn aanwijzingen.”

“Als je ziek bent dan ben je warm” zegt Mat. “Als je ziek bent dan heb je het koud en dan ga je niet naar school” zegt Ashia.

Als iemand niet op school is, is hij dan ziek? vraag ik. De kleuters weten het zeker. “En hoe weet je dan zeker dat hij/zij niet op vakantie is?” Sam zegt dat mama dan naar school gaat bellen om te vertellen dat je ziek bent. Dus dan weet de hele klas dat je ziek bent, dus dan is dat echt waar en je vrienden gaan je bellen of komen op bezoek.

De kinderen beelden het gedrag van een zieke uit en andere kinderen mogen om de beurt raden wie er in de kring ziek is en waarom hij/zij dat denkt. Ze buigen voorover, doen hun ogen dicht, handen op de buik of het hoofd. Tenslotte zijn alle jongens weg uit de kring.  Zijn ze allemaal ziek?

Posted by | View Post | View Group

Wat is echt?

Filosoferen met je hele lijf

Twee beertjes en Bob

Twee beertjes en Bob. Prachtig voorbeeld hoe jonge kinderen logisch redeneren en oorzakelijkheid kunnen combineren met hun magisch denken.

Filosoferen met groep 3. 

Ik vertel het verhaal van twee beertjes en Bob. Een kleine jongen die de dag besteedt met zijn twee eigen beertjes. Ze maken allerlei avonturen mee in huis. Er ontstaat een bos op de trap, dat zomaar weer verdwijnt als papa komt. Er stroomt een rivier door de kamer, die droogvalt als mama roept. En er is een berenhol onder de trap waar papa en mama niet kunnen komen. De kinderen denken na over wat echt is en wat niet en wie dat bepaalt.

Waar komen de beertjes vandaan?” vraag ik de kinderen. “De beren komen uit hun hok van heel ver weg.” “Ze zijn stiekem naar binnen gegaan door het hondenluik.” “Bob wist het eerst niet, want ze kwamen toen hij sliep.” “Pas toen ze geluid maakten zag hij ze.” “Papa en mama kunnen de beren niet zien, want die houden niet van beren in huis, ze maken veel rommel. Papa en mama kunnen de beren niet zien want Bob heeft de beertjes verstopt. Hoe kan het dat papa en mama de beertjes niet kunnen zien? Misschien zijn ze halfblind, want ze kunnen de beren niet zien maar de grond wel. Een grote beer kunnen ze wel zien, misschien is dat we de vader of de moeder van de kleine beertjes. Beren kunnen nooit in een familie zijn, want bren zijn vleeseters. Beren houden van mensenvlees, dus ze kunnen niet in een mensenfamilie zijn. Het is alleen een titel van het verhaal, het is het begin van het verhaal. Het is gewoon een verhaal, verzonnen door een kunstenaar, dus het is niet echt. Het is allemaal niet echt. Het bestaat ook niet echt, want een familie is van vlees . En ze praten allemaal niet. In het bos zijn wel echte bere, misschien waren de beertjes wel verdwaald. Misschien wonen ze normaal  in een hok. Moeder heeft het raam open laten staan en toen zijn ze stiekem binnengekomen. Kleine beren zijn lief en grote beren zijn gevaarlijk.  ”

Wie is de baas van de beren?” vraag ik. Sommige kinderen zeggen dat Bob de baas is van de beertjes. Andere kinderen vinden dat de grote beren de baas zijn van de kleine beertjes, maar die kan je niet zien. De beren zijn van hun papa en mama

“De beertjes zijn de baas van wat er gebeurt in huis omdat als de beertjes willen dat er water komt, dan komt er water en als ze willen dat het weg gaat dan gaat het weg.” “Misschien was de boom wel vanzelf in het huis gegroeid.”

Posted by | View Post | View Group

De macht van de groep

Filosoferen met je hele lijf

Filosoferen met je hele lijf

In groep 4 en 5 laat ik filmpjes zien van bewegingen van groepen vissen en groepen vogels. De kinderen stellen vragen over wat ze gezien hebben. Marcel vraagt: “Hoe doen die vogels dat?” “De vogels volgen de leider, daarom doen ze het zo” zegt Jady. Lidia zegt dat de vogels geen leider nodig hebben omdat ze hun zintuigen volgen. “Ze weten zelf waar het koud en warm is. Als er bijvoorbeeld geen eten is gaan ze naar een andere plek.” “Omdat de vogels niet kunnen praten hebben ze geen leider” zegt Inez. Er ontstaan diverse standpunten in de groep die refereren naar verschillende filosofieën over samenleving en maatschappijvorming; deel versus geheel, groepvorming, belangen van individu en de groep, recht van de sterkste, taal en leiderschap, overlevingsstrategieën, vrije wil  en nog veel meer.Filosoferen met je hele lijf

“De vogels willen niet naar de baas luisteren. Ze doen wat ze zelf willen. De vogels zijn allemaal kraaien dus ze zijn allemaal de baas.  Nee er is één kraai, die is de baas. Nee, dat is anders, de kraai wil de andere vogels doodmaken.  Ze weten zelf waar het eten is” zegt Sunny. “Nee,” zegt Rolf, “als er niemand de baas is dan doet niemand iets.” “Ja, daar ben ik het mee eens” zegt Mo. “Als er geen baas is heb je geen keus, want die zegt waaruit je moet kiezen. Die ene vogel is de baas, die grote,  nee die wil ze juist aanvallen. De vissen gingen elkaar volgen. Ze gingen elkaar leiden. Het zijn geen vissen, maar kikkers want ze hebben geen staart.  Het lijken wel elektrovissen. Er komt steeds licht en dan gaan ze bewegen. De leider is er eentje die vooraan staat. De leider moet vooraan staan anders weten ze niet wat ze moeten doen. Want de leider geeft het voorbeeld, dus die moet zichtbaar zijn. De grote vogels is de baas omdat hij groot is, het is een man. Moet het een man zijn? Nee, vogels die baby’s zijn die worden door moeders verzorgd, moeders zijn leiders van baby’s. Het is een school vissen , dan is de leraar de leider. Vogels hebben geen leider nodig, want mensen hebben dat ook niet nodig”

We sluiten af met een spelletje “wie is de leider?” ; de kinderen lopen in een kring en één verandert steeds een beetje de manier van hoe de groep in de rondte loopt. Een ander kind moet het raden.

Vraag voor het klassenboek; wie is de baas thuis?

Posted by | View Post | View Group

Bang Konijn

Filosoferen met je hele lijf

Bang Konijn

Er was eens een konijn…dat heette “Konijn” …eigenlijk heette hij “Bang-Konijn” want hij was een bang konijn, hij was bang in het donker en in het licht en durfde nooit uit zijn holletje…..totdat hij honger kreeg…kleuters denken na over invloed van donker en licht op waarneming en denken, op bang zijn en  het verschil tussen zien en horen, vertrouwen hebben , en denken dat iets er is wat er niet is.

Waar komt het konijn vandaan?

“Uit een holletje.”

Waarom is hij bang?

“Hij wil niet opgegeten worden. Hij wil niet uit zijn holletje. Hij is bang van het donker. Hij is bang voor de hond. Honden eten botten en konijnen. Hij is ook bang voor leeuwen. Hij ging naar de dierentuin en toen was hij ook bang voor de leeuwen. Hij gaat naar huis lekker slapen, dan is hij niet bang. Het konijn is tien keer bang, want hij wil niet in de grond vallen. bij het licht is hij niet meer bang. Bij de kerstboom zijn zijn vrienden. Als de hond lief doet durft het konijn uit zijn holletje.”

Waarom is hij bang in het donker?

“Omdat hij denkt dat in het donker de boze hond komt. Misschien komen er monsters in het donker, omdat hij heel veel geluiden hoort in het donker. Misschien zijn er spoken. In zijn holletje zijn geen spoken.  De spoken zijn zwart, dus hij kan de spoken vanuit het holletje niet zien. Zijn moeder had gezegd dat er spoken zijn. Dat is zo in een sprookje. Dat heeft zijn moeder verteld aan het konijn.  Het is erg donker en je kan niets zien. Het is te donker.  Het is eng in het donker, omdat het een supernacht is en superdonker.Want dan heeft hij geen lichtjes, en hij kan in het donker niet naar de winkel want die is dan dicht. Misschien gaat de hond uit zijn hokje. Dat is niet zo , want de hond is er alleen overdag. Hij denkt het alleen dat de hond er is, maar dat is niet zo. Soms ben ik ook bang in het donker. Dan denk ik dat mijn moeder of vader weg is, maar dat is niet zo. Als het konijn naar buiten gaat dan is hij bang voor de hond, dan is hij bang dat de hond zijn holletje kapot gaat maken.  Het konijn kan dan niets zien en niets horen. Ik kan wel zien in het donker. Met lichtjes kan ik wel zien in het donker. Als je met lichtjes schijnt. Mama doet het lichtje uit bij mij. Ik ben niet bang omdat ik iemand heb gezien. Het konijn hoort iets en dan denkt hij dat het een mens is en niet zijn vader en niet zijn moeder. Hij kent die mensen niet. Nee, hij is bang dat er geen mensen zijn. Misschien is hij bang dat hij alleen is.  Want in het donker slapen alle mensen. En hij wil spelen en er is niemand. Het konijn kan snel wegrennen, hollen huppelen, springen. Huppelen in het donker is gevaarlijk. Dan, Poef! dan valt hij. Hij moet ook een jas hebben , want anders is het koud.”

Waarom is het konijn niet bang meer?

“Als het konijn bij zijn vriendjes is is hij niet meer bang. Hij is bij het licht. Hij kan alles beter zien.  Hij is niet bang als het licht er is. Hij kan lopen in het licht. Nee, hij kan ook lopen in het donker, maar springen kan hij goed in het licht. Hij zag een paar dieren. Hij is nu bij zijn vriendjes. Hij is niet meer bang omdat ze een kerstboom gaan versieren. “

Posted by | View Post | View Group