De wolf achter de struik

Filosoferen ouder en kind

filosoferen met kleuters

wolf en lammetje

Dit verhaal gaat over twee ondeugende lammetjes en een wolf die zegt dat hij een hond is. Met dit verhaal kan je samen met je kind nadenken over gehoorzaamheid, iemand geloven als hij iets zegt, hoe je eigenlijk iets te weten komt, hoe gevaarlijke dieren eruit zien en jonge dieren en nog veel meer..! Geschikt voor kinderen vanaf 3 jaar!

Je kan het verhaal hier luisteren, het is vrij verteld naar een sprookje van Annie M.G. Schmidt uit dit boek:

Sprookjes van Annie M.G. Schmidt

 

Het verhaal is voor de kleintjes best een beetje spannend! Je kan eerst een spelletje doen om de spanning er af te halen:

Spelletje en liedje

Nodig: knuffel  Wolf (of iets dat daar op lijkt) en 4 (hand)doekjes om de wolf onder te verstoppen

zing het liedje eerst een paar keer;

Lammetjes klein, lammetjes klein..

Willen graag in het weitje zijn

Pas op voor het gevaar!

Want de boze wolf is daar.!

Speel het spelletje zo;  (lijkt een beetje op zakdoekjes leggen)

Leg de vier doeken verspreid door de ruimte (niet te ver uit elkaar). Verstop de wolf onder één van de doeken. Laat het kind rondlopen en zing tegelijkertijd het liedje. Elke keer als je zingt want de wolf is daar laat je het kind de wolf onder de doek vandaan halen.

Gesprek

Luister na het spelletje nog een keer het verhaal. Stel je vragen open, belangstellend en wacht rustig wat je kind allemaal te zeggen heeft. Geef zelf geen antwoorden. Maar vraag en…? Vertel eens? Hoe zit dat precies? Je mag je vragen rustig een paar keer herhalen.

De wolf en de lammetjes

  • Hoe heten de lammetjes?
    • Even een opfrissertje om aan te haken bij  het verhaal. Corrigeer niet als je kind niet precies de namen goed zegt, maar reageer belangstellend en nieuwsgierig.
  • Hoe weten de lammetjes wie er achter de struik staat?
  • Wist jij wat er onder de doek zat? Hoe wist jij dat?
  • Hoe kunnen de lammetjes weten of het de boze wolf is? Vertel eens…hoe dan?
  • Kan jij het verschil tussen een wolf en een hond zien? Leg eens uit hoe je dat kan?
  • Is de wolf lief? Ja/Nee? Waarom?
  • Zijn de lammetjes bang voor de wolf?

    de wolf en de lammetjes

  • Waarom zijn ze wel/niet bang van de wolf?
  • Is de wolf gevaarlijk? Is de hond gevaarlijk?
  • Naar wie moeten de lammetjes luisteren? Waarom?
  • Waarom krijgen de lammetjes straf? Helpt straf? Leg eens uit?
Posted by | View Post | View Group

De reis

Filosoferen ouder en kind : de reis

De reis, “bij Uil Thuis, Arnold Lobel

Weer een kort mooi verhaal uit de bundel van Arnold Lobel, “Bij Uil Thuis” (Ploegsma, 2016) Voor de allerkleinsten een prachtig verhaal, met hieronder boeiende en actuele vragen om met je kindje na te denken over reizen, afstand en familie .

Ook zit er een leuk spelletje bij om samen te doen of met een paar andere kindertjes thuis.

Muis gaat op reis naar zijn moeder,  hij begint in de auto, dan gaat hij verder op rolschaatsen, op laarzen, met schoenen en tenslotte op zijn blote voeten…totdat hij er is.

Luister hier het verhaaltje eerst helemaal!(kan ook meerdere keren :))

“Bij Uil Thuis” , Arnold Lobel, Ploegsma

Gesprek:

Wat deed de muis?

“Bij Uil thuis” De reis., Arnold Lobel

De reis, Bij Uil thuis, Arnold Lobel.

Laat je kindje eerst iets vertellen over wat het gehoord heeft. Luister goed , let op wat je opvalt, waar legt het kind het accent. Dat is interessant ook voor jou als ouder om te weten waarover je kind denkt en dus ook waarover het iets wil vertellen. Vraag rustig en begin met het vragen naar hele concrete dingen.  Wacht en laat je kind uitspreken en richt je niet op één antwoord. Probeer je te verplaatsen in het denken van je kind en volg zijn denkstappen, maar maak ze niet zelf! Dat is best moeilijk.  Verwelkom elke gedachte en vraag steeds nieuwsgierig en belangstellend en…? , hieronder zal ik per vraag wat denkstimulerende houdingen aangeven.

 

  • Wat wil de muis?
    • Laat je kind steeds zoveel mogelijk vertellen , dus niet een ding , maar meer dingen , je vraagt en… wat wil hij nog meer. Vaak beginnen de kinderen met denken als ze gaan praten dus dan komt er steeds wat nieuws bij.
  • Hoe gaat de muis naar zijn moeder? (zie boven, wees nieuwsgierig en neem de rust en de tijd.)
  • Wat heeft de muis nodig?
  • Van wie is  de auto?
    • Hier gaat het filosofisch gezien over eigendom; muis koopt de auto van iemand, dus hij is eerst niet van hem, daarna wel en daarna is hij kapot en dan… van wie is hij dan?
  • Van wie zijn de rolschaatsen? 
    • Zie boven
  • Van wie zijn de laarzen, de gymschoenen?
    • Zie boven
  • Van wie zijn de  de voeten?

    De reis, “bij Uil Thuis, Arnold Lobel

    • Hier wordt het anders; de voeten zijn eerst de eigen voeten van de muis, dan koopt hij nieuwe voeten en dan…. van wie zijn ze dan??
  • Wat heb jij nodig om op reis te gaan?
    • Hier kan je wat spullen en hulpmiddelen onderzoeken en over praten.
  • Kan je altijd op reis gaan? 
    • Hier kan je luisteren of je kind vertelt over hoe het nu is met de beperkingen die we nu maatschappelijk hebben vanwege het Corona-virus.Wellicht kan je heel speels een gesprekje aangaan waarin het kind vertelt hoe het denkt over de situatie nu; wat wel en niet mag of kan.

      De Reis, Bij Uil Thuis, Arnold Lobel

  • Wat heb jij nodig om op reis te gaan?

Spelletje:Waar ga jij naar toe met?

Zet  verschillende voorwerpen (schoenen, sokken,  slippers, rolschaatsen etc) neer en laat je kind steeds iets uitkiezen, benoemen wat het is en antwoord geven op de vraag “Waar ga jij naar toe met? En dan een reisje door de kamer maken! (of de tuin) Vraag door over wat er gebeurt; hoe, wat, waar, wat is makkelijk, snel, fijn ?

Tekenopdracht:  Teken iets waarmee je op reis gaat

je kan de bundel “bij Uil thuis” ook bestellen bij Leesvink

dit boek kan je bestellen bij Leesvink: https://shop.leesvink.nl/book/9789021679525-bij-uil-thuis.html

Posted by | View Post | View Group

Olifantenei

filosoferen met je hele lijf

De olifant die woord hield

Filosoferen thuis

Voor kinderen uit groep 4,5,6 om zelfstandig te doen (of met ouders) En voor jongere kinderen vanaf 5 jaar samen met ouders.

Met deze lesbrief kan je zelf een klein filosofisch onderzoek doen en een leuke creatieven opdracht uitwerken.

Het verhaal:

Vogel Wok heeft geen zin meer om langer op haar grote, gespikkelde ei te zitten en ze zoekt een vervanger, voor even….. De leeuwen bedanken voor de eer, maar de olifant is een goedzak en doet het. Heel voorzichtig klimt hij in de boom van vogel Wok en zet zich op het ei. Terwijl hij de vogel belooft het ei niet te verlaten. Vogel Wok komt niet  terug en de olifant wordt met boom en nest verhuisd naar de dierentuin, ver weg van Afrika. Dan komt het ei uit. Va wie is nu die baby?

Je kan het verhaal lezen in dit boek: Sprookjes van Anne M.G. Schmidt

Sprookjes van Annie M.G. Schmidt

Je kan het bestellen bij Leesvink

Je kan het verhaal ook  vrij verteld door mij  luisteren op deze opname:

Vragen over het verhaal:

  • Wat wil de vogel Wok? Wil de vogel maar één ding of verschillende dingen?
  • Maak een wensenlijstje van de vogel Wok; schrijf zoveel mogelijk wensen op van de vogel.
  • Wat doet de olifant?
  • Wat wil de olifant? Wat wil de olifant aan het begin van het verhaal? Wat wil de olifant aan het eind van het verhaal?
  • Maak ook een wensenlijstje van de olifant? Schrijf zoveel mogelijk wensen op.
  • Leg nu de lijstjes die je hebt gemaakt naast elkaar en vergelijk ze; Willen de olifant en de vogel Wok hetzelfde? Wanneer willen ze hetzelfde en wanneer niet? Waarom willen ze wel hetzelfde of niet hetzelfde?
  • Van wie is het ei? Waarom denk je dat?
  • Van wie is de baby? Waarom denk je dat?

    vogel Wok verlaat het nest; uit Sprookjes van Annie M.G. Schmidt. Querido

 

Tekenopdracht:

Kleurtjes en kleine witte papiertjes allemaal even groot  (ongeveer zo groot als een telefoon)

Teken op 2 verschillende papiertje; op het éne een ei en het andere een  dier wat daarbij hoort (het hoeft geen echt dier te zijn, het mag een fantasiedier zijn, dat is juist heel leuk) ; kies kleuren en vormen.

Je kan zo een heleboel setjes maken van dieren en hun ei. Als je met meer kinderen bent kan je allemaal setjes maken. Speel met deze setjes een memory-spelletje; Zet op de achterkant van  alle papiertjes waarop een ei getekend is een groot kruis. Daarna kan je alle papiertjes ondersteboven gehusseld neer leggen. Draai om de beurt 2 kaartjes om; een met een kruis op de achterkant en een zonder kruis. En leg steeds aan elkaar uit waarom het ei bij het dier hoor.

 

 

 

 

 

Posted by | View Post | View Group

Tranenthee; filosoferen ouder en kind

Tranenthee, Bij Uil thuis, Arnold Lobel

Filosoferen ouder en kind

Weer zo’n mooi kort verhaal uit de bundel van Arnold Lobel “Bij Uil thuis”

dit boek kan je bestellen bij Leesvink: https://shop.leesvink.nl/book/9789021679525-bij-uil-thuis.html

Prachtige aanknopingspunten om met je kind samen na te denken over wat verdriet is, of je verdriet kan verzamelen, delen, proeven etc. Niet alleen voor hele jonge kinderen maar ook voor grote kinderen (en volwassenen) een mooi thema. In de vertelling hier richt ik mij op de jongere kinderen tot 7 jaar. Als je het verhaal zelf wil vertellen aan oudere kinderen kan je ook “in perspectief” vertellen; Je zegt dat je dit verhaal aan een jong kind vertelt en wat het oudere kind er van denkt. Ook dit kan heel stimulerend zijn voor een gesprek met een wat ouder kind over verdriet. Juist omdat het zo schijnbaar een beetje op afstand blijft.

Luister eerst het hele verhaal samen met je kind.

Vraag rustig en begin met het vragen naar hele concrete dingen. Luister goed naar wat je kind zegt, wacht en laat het uitspreken en richt je niet op één antwoord. Probeer je te verplaatsen in het denken van je kind en volg zijn denkstappen, maar maak ze niet zelf! Dat is best moeilijk.  Verwelkom elke gedachte en vraag steeds nieuwsgierig en belangstellend en…? , hieronder zal ik per vraag wat denkstimulerende houdingen aangeven.

Hoe maak jij tranenthee?

  • Wat doet Uil?
    • Wat doet hij nog meer? laat je kind kort een beetje vertellen over wat het gehoord heeft. Pak het plaatje erbij (zie boven) of het boek. Het gaat hier niet om dat het kind precies vertelt wat uil allemaal doet, maar meer dat je kind begint met over het verhaal te praten en te denken.
  • Waarom doet hij dat?
    • Waarom , wat denk je nog meer ….en…. Ik begrijp het zelf eigenlijk niet helemaal…!
  • Lust jij tranenthee? Ja/ nee Waarom wel niet? 
    • Of… wanneer wel en niet , geef eens een voorbeeld?
  • Hoe smaakt tranenthee? Is dat altijd zo?
    • Door te vragen naar een smaak, kan je kind verder associëren over wat je proeft, voelt.  laat het vooral zelf emoties noemen.
  • Kan je verdriet proeven?
  • Smaakt de thee van Uil verdrietig? Ja/nee Waarom?
  • Kunnen twee mensen dezelfde tranen hebben?
  • Kan je verdriet bij elkaar doen ( samenvoegen)? Wat gebeurt er dan?
  • Zitten er herinneringen in tranenthee?

Gedachten helpen bij het maken van de tranenthee.

Creatieve opdracht: teken iets waarvan jij tranen krijgt. Of Hoe maak jij tranen?

Voor uitgebreide achtergrond informatie kan je kijken op de pagina bovenaan Filosoferen ouder en kind

Posted by | View Post | View Group

Baas in eigen bed

Deze verhalenbundel van Arnold Lobel bevat veel korte verhaaltjes voor alle leeftijden. Stuk voor stuk zijn het juweeltjes om mee te filosoferen met kinderen. De komende posts zal ik hier een aantal verhaaltjes uit selecteren om aan te geven hoe je die filosofische gesprekjes met je kind aan kan gaan.

Je kan hem bestellen bij

Leesvink

Hier heb ik gekozen voor het verhaal “Bobbels”, uit het deel “Bij Uil thuis”. Het verhaal geeft een mooie ingang om met je kind na te denken over wat je wel/niet  ziet, wat er is als je niet kijkt of als het donker is. Maar ook geeft het verhaal veel ingangen om te praten over baas zijn over jezelf (of je eigen bed!…)

Uil ligt in bed en wil zijn licht uitdoen en gaan slapen. Dan ziet hij twee grote bobbels onder zijn deken. Wat is dat? Wat zit daar onder zijn deken? Het beweegt ook nog..?

Hier kan je luisteren naar mijn eigen vertelling van dit verhaal:

 

Vraag over het verhaal aan je kind met de onderstaande vragen, vraag door wacht en herhaal de vraag. Ga niet uit van één antwoord, maar laat het kind vertellen; als je kind gaat praten kan je vragen En? Omdat? Leg eens uit? Geef eens een voorbeeld?

“Bobbels” uit Bij Uil thuis, Arnold Lobel

  • Wie ligt er in het bed? …. (Alleen de uil of…?)
  • Wat ziet Uil?
  • Waar komen die bobbels vandaan?
  • Wat is het? Wat denk jij?
  • Is  Uil bang van de bobbels?Waarom wel/niet?
  • Zijn de bobbels er de hele tijd?
  • Zijn de bobbels echt of nep?
  • Van wie zijn die bobbels?
  • Is Uil de baas in zijn bed? Waarom wel of niet?
  • Doe een spelletje en vraag aan je kind; Ben jij de baas over jouw mond, haar, benen etc. ? Waarom wel/niet?

 

Kijk ook op deze  pagina voor algemene richtlijnen voor het gesprek  Filosoferen ouder kind

Tekenopdracht: Teken je eigen bed!

 

Posted by | View Post | View Group

Gulzige Geit

Gulzige Geit

Het boek Gulzige Geit, Petr Horácek (Lemniscaat, 2017) is heel geschikt om met jonge kinderen (kleuters tot 7 jaar ) te filosoferen over eten en  over de invloed van eten op hoe je er uit ziet en hoe je je voelt, over wat je wel of niet mag of kan eten en  het verschil tussen mensen en dieren. En dingen kunnen leren of al weten. Hier heb je tips  om het filosofisch gesprek rondom deze onderwerpen te starten met je kind.

Je kan het bestellen bij

Leesvink

De geit heeft genoeg van het eten van gras ze wilde iets nieuws proberen.

Uit “Gulzige Geit” Lemniscaat

De geit gaat op zoek naar iets anders te eten.

Doe jij dat ook wel eens? Moet je altijd hetzelfde eten? Mag jij zelf kiezen wat je eet?

Hierbij onderzoek je met je kind wat de gewoontes zijn, vrijheden en wie dat bepaalt. Vraag steeds waarom dat zo is, laat het kind ook verschillende personen uit zijn omgeving noemen die dat mogelijk bepalen; opa, oma, broer, zus, papa, mama etc..vraag steeds om uitleg, in welke situatie is dat zo?   en of het ook anders kan of mag.

  • Welke dingen moet jij altijd eten? Is dat bij iedereen hetzelfde? 
  • En de geit, moet die fruit eten? ..

De Geit probeert de brokjes van de hond, likt de melk van de poes en kauwt op de schillen van het varken

Gulzige Geit Lemniscaat

De dieren zien het niet; de Hond slaapt, de poes slaapt en het varken slaapt.

Mag de Geit het eten van de hond, de poes en het varken eten?

Een mogelijkheid voor een weer heel ander gesprek hier is of je iets mag als niemand het ziet.

Mag de Geit het eten van de hond opeten als hij niet kijkt? Ja/nee? waarom wel/niet?

Deze vraag sluit goed aan op het denken van het jonge kind over waarneming en zijn; als je iets niet ziet , dan is het er niet??

Daarna eet de geit de bloemen van de boerin. 

Gulzige Geit, Lemniscaat

Mag de geit de bloemen eten?

Ik stel hier eigenlijk dezelfde vraag als hierboven , maar de omstandigheden zijn aan het veranderen!. Je zou kunnen zeggen “de spanning loopt op”; er zit een gradatie in het verhaal. Het begint gewoon en het wordt steeds gekker.  Er is nu een ander soort eigenaar in het spel ;  de eigenaar is nu een mens en niet meer een dier. Is er sprak van gezagsverhoudingen? Ook  het voedsel is anders; we kunnen ons hier af gaan vragen of het nog wel voedsel is. Dat is het leuke van dit verhaal. Wees  alert op deze subtiele verandering  want  de kleuters reageren anders op deze nieuwe situatie. Nu is het eten niet meer van een ander dier maar van een mens en het is ook nog maar de vraag of je bloemen kan eten. Dus hier zijn nieuwe denkstimulansen in het verhaal  gebracht. Met de doorvraag vragen ga ik in het gesprek ook opzoek naar nieuwe gedachten en gaat het gesprek een andere kant op. Ook let ik steeds om de denkwoorden; als , dan, omdat etc.

 

  • Van wie zijn de bloemen? Waarom?
  • Is het eten bedoeld voor de geit? Waarom wel/niet (vraag naar argumenten)
  • Als de bloemen niet in de vaas staan , mag hij ze dan wèl eten? (waarom wel/niet)
  • Weet de geit of hij de bloemen mag eten? Hoe kan hij dat weten?
  • Is het gezond voor de geit? Waarom wel of niet?

Die avond at de geit de onderbroek van de boer

En toen gebeurde er iets met die geit.

De Geit veranderde van kleur; Groen , geen en blauw…

Hoe komt het dat de geit groen, geel en blauw wordt?

De Geit werd groen en geel en blauw “gulzige Geit,Lemniscaat

Hier ga ik op zoek naar het denken over oorzakelijke verbanden. De vraag “Hoe komt het dat?” stel ik  een aantal  keer weer, om  verdieping in het gesprek en het denken van de kinderen te stimuleren.

Eerst noemen kinderen vaak  directe oorzakelijke verbanden, na verder doorvragen worden er veel ingewikkelde oorzakelijke verbanden genoemd, die getuigen van het nadenken van de kinderen waarin ze relaties, associaties en argumenten geven. Hierbij een stukje uit het gesprek met mijn kleutergroep nav deze vraag.

“De Geit wordt geel van de onderbroek van de boer. De geit heeft veel kleuren opgegeten. Het zijn kleuren van een ziekte, het zijn zieke kleuren, dus de geit is ziek; als je ziek bent dan krijg je zulke kleuren. De geit eet de stof op en de broek is genaaid in de fabriek en daar zit nog een naald in en daarvan wordt hij ziek. De naald prikt in zijn buik. Hij heeft te veel van alles door elkaar gegeten, daardoor komt het.  Het komt omdat hij steeds andere kleuren  heeft gegeten. Misschien heeft hij ook wel kleurpotloden opgegeten Het is niet goed om een onderbroek of een sok op te eten, want dat is geen eten. nee , het is niet gezond, de geit moet eten voor een geit eten.  De geit weet niet wat goed voor hem is, dat moeten de mensen zeggen, maar die zijn niet in de buurt. Mensen moeten het afpakken, of hem voeren.”

(De kleuters maken in hun denkproces hier een stap  naar verantwoordelijkheid, schuld, menszijn en zorg. (zie ook boven)

Je kan het gesprek afronden met een spelletje sorteren:

Wat eet jij? 

Tomaten, appels, groeten, brood…

Word jij rood als je tomaat eet?  

Wat kan je wel/niet eten? vraag steeds waarom /wel of niet bijvoorbeeld: 

Je kan geen spijkers eten, want die prikken in je buik.

Je kan niet veel snoep eten , want dat is niet gezond, dat mag niet van mama.

Je kn wel brood eten, want dat is lekker.

Je kan niet een appel eten als je geen tanden hebt…

Je kan dit spelletje ook doen met voorwerpen in de kring, eetbaar en oneetbaar, alles door elkaar . Zet dan twee grote manden neer waarin je kind iets iets kan doen.

 

 

 

 

Posted by | View Post | View Group