Ben je nog dezelfde persoon als je je verkleedt?
Filosoferen met groep 4 en 5 over rollen, personages en onvervreemdbare eigenschappen van personen, herkenbaarheid, rolpatronen innerlijk en uiterlijk.
De kinderen op school vieren carnaval en ze zijn verkleed naar school gekomen. Ik vertel het verhaal van een koning die naar de kermis wil, maar dat niet kan doen in zijn koningskleren. Hij gaat vermomd als schoorsteenveger.
Waarom verandert de koning van kleren?
Het is gevaarlijk voor de koning als hij als koning over straat gaat. Iedereen zou hem herkennen en de kermis is niet deftig genoeg voor een koning. Als je er chique uitziet kom je niet in de kermis. Misschien maken boeven hem wel dood. Maar boeven kunnen natuurlijk ook het geld van de schoorsteenveger pikken, want die heeft ook geld. De koning mag in zijn koningskleren niet vies worden en van de kermis word je vies. En iedereen herkent anders de koning en dan wil iedereen een handtekening.
Wie ben je met andere kleren?
Als je andere kleren aandoet ben je nog steeds jezelf, want het is je eigen lichaam. Maar de koning is wel een ander persoon geworden door de andere kleding. Wat wel hetzelfde is gebleven is zijn haar, de vorm van zijn lichaam, zijn ogen, armen, handen en zijn kleur huid, dus hij is dan wel gewoon nog de koning.
Alles is hetzelfde , behalve zijn kleding. Hij heeft nog steeds dezelfde hersens. De koning kan hele andere dingen denken dan de schoorsteenveger. Bijvoorbeeld de koning kan denken “ik ga morgen lekker naar de dierentuin” en de schoorsteenveger denkt “ik moet morgen weer werken” Je hersenen zorgen ervoor dat je alle antwoorden weet. Als de koning en de schoorsteenveger allebei hetzelfde weten dan kunnen ze ook hetzelfde antwoord geven.
We sluiten de les af door een polonaise door de gang hossend op een gauwe ouwe van Andre van Duin: wat een plezier met die kinderen!
Filosofieles ontworpen in samenwerking met Mirjam Poolster