Groep 6 buigt zich nog twee lessen over de rechter naar aanleiding van een stripverhaal van Lucky Luke. De groep verzint zoveel mogelijk vragen en denkt vervolgens verder over een uitgekozen vraag. Over voorbeeldgedrag, onbesproken gedrag, stemrecht en de kennis van de rechter. Groep 6 vindt dat een rechter vooral moet weten wat een goede beslissing is, wat de juiste strafmaat is en dat die afhangt van het veroorzaakte leed. Kennis en leerprocessen van verweg in de toekomst op de universiteit komen dichter bij op de basisschool. Een rechter moet ook materiekennis hebben en zelf geen boef zijn.
Welke vragen heb je over de rechter?
“Hoe kan het dat de rechter zelf het boek niet kan lezen, terwijl hij iets anders wel kan lezen? Weten de mensen dat hij zomaar een boete geeft voor niks? Waarom geeft de rechter steeds boetes, dat is diefstal? Waarom heeft Lucky Luke een witte hoed? Hoe ontstond de/deze rechter? Waarom geeft de rechter LL straf? Waarom zeiden de dronken mannen “hang hem op”? Waarom geeft de rechter zoveel boetes aan iedereen? Hoe kan een beer praten? Waarom moeten de schapen naar Siver Citty? Wie heeft gewonnen de jongen of de beer? Waarom wil hij persé rechter worden? Vindt die rechter het niet eng dat de beer bij hem werkt? Waarom heeft de rechter een cafe en een rechtszaal? Waarom zeggen ze “edelachtbare” tegen de rechter? Waarom las de rechter het boek ondersteboven?”
Deze vragen worden verwerkt in het kwartetspel voor deze klas en gesorteerd naar soort: filosofisch-, weet-, mening- of verzamelvraag.
De volgende les gaan we verder met:
Hoe ontstond de rechter?
“Hij heeft het zelf gezegd dat hij rechter is. Zijn vader en opa was ook al rechter. Hij is uitgekozen. Nee, hij heeft de vorige rechter gewoon vermoord. Hoe wordt je rechter? Daarvoor moet je studeren, stage lopen en naar de universiteit. Wat moet een rechter weten? Een rechter moet alles goed doen altijd. Hij moet altijd eerlijk zijn. Ze moeten een rechter kiezen. De belangrijksten moet de rechter kiezen. De rechter is de belangrijkste. Degene die beslist wie er rechter wordt moet alles weten. Hij (de rechter) moet doen wat hij zegt. Een rechter moet kunnen lezen. Er wordt ook over de rechter vergaderd of hij het goed doet. Hij moet beslissingen nemen en die moeten eerlijk zijn. Kan je leren hoe je goede beslissingen kan nemen? Dat leer je op de universiteit. Neem je nu ook wel beslissingen? Ja, met een spel, een balspel ofzo, als ik de leiding heb. Misschien Misschien zijn sommige beslissingen die ik neem niet goed. Leer je op de basisschool ook beslissingen nemen? Soms moet je beslissing nemen. Maar ze zeggen dat ik geen goede beslissingen neem, maar ze zeggen niet hoe het wel goed moet. Dus dat leer ik niet op school. De rechter moet ook leren straf te geven, maar niet te erge straf. Bijvoorbeeld een bal in de poep gooien; je krijgt 10 jaar gevangenisstraf. Dat is niet eerlijk, dan kan hij beter een taakstraf krijgen. De bal kan je afwassen. Als je bijvoorbeeld een bank overvallen hebt is dat gevaarlijk voor de mensen. De rechter weet dat wel, dat leert hij op school hoe erg dat is. En moet de rechter ook iets weten van een Sanseveria (de plant in de vensterbank van de klas) ? Als het een plantenrechter is moet je wel weten over planten.”