Met groep 6 filosoferen we over de plichten van een dokter naar aanleiding van het verhaal van dokter de Soto, een muizentandarts. Over het praktisch kunnen, de plichten en de gevaren van het dokterschap.
Een vos heeft kiespijn en wil naar de tandarts, daar hangt dit bordje buiten. Wat moet de vos doen en wat moeten de muizen doen?
“De vos wil naar de tandarts maar hij mag niet. De vos kan de muizen opeten. De vos moet gewoon zelf zijn tanden er uit trekken. Ze gaan er ook vanzelf uit bij het vlees eten.”
Moet een dokter altijd iedereen helpen?
“Dat hangt er van af hoe erg het is. Niet altijd dus, als het niet zo erg is. Een dief ga je toch ook niet helpen met zijn kies. Als de dief dan daar is zegt hij misschien; “dit is een overval” Mensen hoeven dat niet te doen. Dronken mensen hoeft de dokter ook niet te helpen, want die gaan de hele tijd bewegen. Dan moest je ze eerst vastmaken. Nee, natuurlijk moet je iedereen helpen. Nee niet altijd, een huisarts kan niet iemand helpen met kanker. Hij moet het wel kunnen. Of als hij toch al dood is hoeft de dokter ook niet meer te helpen. Als die dief dan doodgaat dan ben je er ook vanaf? Ik vind dat je dronken mensen juist wel moet helpen, want zij kunnen voor erge dingen zorgen. Een gemeen persoon moet je niet helpen. Ze kunnen gewoon die dief in de gevangenis stoppen nadat de dokter hem geholpen heeft. Dieven zijn ook gewoon mensen, dus je moet ze helpen. En als de dieven kwaad doen dan heeft de tandarts altijd nog zijn boor….”
Ik heb een dokter in de klas uitgenodigd die de kinderen uitlegt wat de eed van Hippocrates is. “ je kan alleen dokter zijn als je altijd iedereen helpt, dat beloof je als je dokter wordt, dus als je dat niet doet ben je geen dokter meer”
Het hele verhaal
In de volgende les lezen de kinderen voor de klas het hele verhaal van dokter de Soto voor op het digibord. Waarin de muizen de vos wel helpen maar… na behandeling lijmen ze de bek van de vos dicht voordat hij de kans krijgt ze op te eten. We herhalen de kwestie van vorige week. De kinderen weten nog goed waar het over ging. En wat de dokter hen vertelde over de eed van Hippocrates. We filosoferen verder.
” De muis wil geen patiënten behandelen die gevaarlijk zijn. “
“Moet een dokter altijd iedereen helpen?” De dokter (van vorige week) zei ja. Nee, vind ik want stel je bent dokter en je wordt bedreigd met een pistool. Wat dan? Je moet altijd helpen, omdat het een persoon is. Wat is een persoon? Een mens. Als je wordt bedreigd moet je altijd helpen, want er kan iemand dood gaan. Is het erg als een dief doodgaat? Je moet gewoon iedereen helpen, ook de dokter doet een belofte om iedereen te helpen. Als je niet aan je belofte houdt, dan moeten ze je ontslaan. De dokter moet alleen helpen met wat hij kan. Als je moet kiezen tussen bank beroven of doodschieten, dan kan je beter een bank beroven. Kan een dokter iedereen helpen? Nee, als iemand een erge ziekte heeft en het niet kan verwijderen. Wat als de dokter niet kan , maar wel moet? Niet ontslaan, de dokter kan niet altijd helpen. Als je een dokter ontslaat, omdat ze dingen niet kunnen, dan zijn er geen dokters meer. Dus als ze om kleinere dingen worden ontslagen. De dokter hoeft niet altijd te helpen. Als je kiespijn hebt dan moet je naar de tandarts, niet naar de dokter. Mag de dokter hulp weigeren omdat hij geen tandarts is? Ja, je moet dingen doen waarvoor je hebt geleerd. De dokter kan ook iemand versturen naar een ziekenhuis. Niemand kan met een pistool bij een ziekenhuis komen. Er zijn camera’s. Die kan je uitschakelen. wie doet dat? Waarom? Zodat ze naar binnen kunnen.
Dillema
“Er komt een man en een dief met een gebroken been in het ziekenhuis. Wie ga je dan helpen? De man. De dief is niet belangrijker dan gewone mensen. Omdat hij misschien zelf mensen heeft vermoord. De dief moet wachten. Je moet de mens helpen. De dief is toch ook een mens. De dief gaat slechte dingen doen. Dat weet je toch niet. hoe kan de dokter weten wie de dief is? Hoe beslis je wie je gaat helpen? Hoe weet je welke het is? Je kan niet zo maar met een pistool in het ziekenhuis. Degene die geen dief is ga ik helpen. Maar hoe weet je dat dan? De assistent heeft het gezegd. als de dief door het raam is gesprongen en heel erg bloed en een ander heeft een splinter? De dief is binnen een minuut doodgebloed dus die moet je helpen. Je moet bloedende mensen eerst helpen. Iemand mag niet dood gaan. De baas van het ziekenhuis kan ook de camera’s uitdoen en dan weet je niet wie de dief is. Met een splinter kan je moeder ook helpen met een pincet. Als je de dief eerst helpt weet je niet of de dief de dokter iets slechts zal doen.”