Met de kleuters nadenken over stevige huisjes, materialen, uitstellen van behoefte, Samenwerken en samenleven, wegwerken van ongemak en bedreiging en bezwering van “het kwaad”. Wat eet jij eigenlijk en hoe werkt het?
Ik leg een bos stro, takjes drie biggetjes een wolf en wat blokken in de kring en ik heb een koffertje meegenomen met diverse bouwmaterialen. De kleuters komen binnen en gaan zitten in de kring. Zoals altijd worden ze nieuwsgierig. Het stro vinden ze heel spannend.
Eerst vertel ik het verhaal van de drie biggetjes. De kinderen oefenen met blazen.
Welk huisje is het sterkst?
“Het stenen huisje is het sterkst. De biggetjes hebben gewonnen want ze gingen soep maken. Hebben de biggetjes gewonnen? Nee, de wolf heeft gewonnen, omdat hij ging blazen. De wolf heeft gewonnen want hij ging blazen.. hij heeft alle huisjes kapot gemaakt. Alle huisjes? Nee twee. Die ene was heel sterk”
“Het kleine biggetjes denkt dat het stro sterk is, maar het stro gaat snel kapot”
De wolf mag op schoot bij een van de kleuters. De kinderen zeggen dat de wolf gevaarlijk is.
Waarom is een wolf gevaarlijk?
“De wolf is gevaarlijk. De wolf is gemeen omdat hij dieren dood maakt. Hij is gevaarlijk. Mensen zijn ook gemeen als ze dieren doodmaken. Nee dat is niet zo, ze kopen gewoon kippenpootjes. De wolf maakt ook kippen dood. “
Wisten de biggetjes dat?
“Ja! Hoe wisten ze dat? Dat had de mama verteld. Alleen tegen het ene biggetje..Anders werden de anderen jaloers.”
Wat gebeurt er met de Wolf?
“De wolf komt in de soep van de biggetjes.”
Wat voor soep is dat?
“Het is wolvensoep.”
Vinden de biggetjes de soep lekker?
“De biggetjes zijn blij dat de wolf weg is , daarom eten ze de wolvensoep op. Als de biggetjes buiten gaan spelen dan krijgen ze buikpijn door de wolvensoep. De biggetjes denken dat het lekker is, maar ze wisten niet dat de wolf in de soep was gevallen. Toen ze zagen dat de wolf er in zat hebben ze andere soep gemaakt. Ze eten gewoon de soep, want ze halen de wolf weg. Biggetjes vinden wolven niet lekker, maar wolven vinden biggetjes wel lekker. Misschien was de soep al klaar voordat de wolf erin viel.”
Als de biggetjes de wolf hebben gegeten waar is de wolf dan?
“Ze hebben de wolf wel opgegeten , maar ze wisten het niet. Dan zit die wolf in hun buik. Ze gooien de wolf gewoon weg met stenen in zijn buik. , “
Is hij er dan nog?
“Nee want de wolf moet ook kunnen drinken. Ze hebben gekauwd. “
Hoe ziet de poep eruit van de biggetjes?
“Zwart”
Hoe ziet de poep eruit van de wolf als hij biggetjes heeft gegeten?
“Roze”
Mijn koffertje met materialen gaat open en ik vraag de kinderen of je er een huisje mee kan bouwen.
Veertjes en zakdoekjes en takjes die waaien weg. Blokken kan wel maar die moet je vastplakken. Touw kan wel. knopen kan je ook gebruiken.
Dan gaan de kinderen zelf aan de slag met de materialen om huisjes te bouwen.
Kan je van koek een huisje bouwen?
“Van koek kan je geen huisje maken, want de wolf gaat het huis dan opeten.”
Wie maakt er een huisje van koek?
“De boze heks, en Hans en grietje en de wolf eten het op.”
Kleuterfilosofieles ontworpen in samenwerking met Mirjam Poolster