De afgelopen maand bezocht ik met groep 4 en 5 tijdens de filosofieles de tentoonstelling in de kunsthal over Hyperrealisme. Filosoferen over nep en echt, over iets dat er lekker uitziet of echt lekker is; Hyperrealisme in geuren en kleuren, over man & paard . Kunstenaar , dichter en cartoonist Gideon Boorman was aanwezig bij deze les.
Na afloop van de les ga ik met hem in gesprek over wat hij gezien heeft:
“Inspirerend om je in actie en interactie te zien, Karin. Jij en je groep 5 leerlingen deden me beseffen met hoeveel voorkennis en vaste kaders ik kijk. En hoe fijn het is om weer met de onbevangen ogen van een kind te kunnen kijken.”
Wat zie jij?
“Een spiegelei is gebakken en rauw dat kan je zien, dat komt omdat de kunstenaar het zo heeft gemaakt, hij heeft het beeld in zijn hoofd, het hoeft niet echt te zien, hij hoeft zelf geen eieren te bakken. Een echte straat is vies, want hij kan maar heel even schoon zijn, dus een schone straat is nep.
Ziet het er echt uit? Wat wel en wat niet?
“Je ziet dat de Ketchup nep is want de fles klopt niet. De sla lijkt wel plastic, omdat hij zo glimt. Ik zou wel een hap lusten, ik krijg er trek van.”
Heeft de schilder het gemaakt zoals het was?
“Dat hoeft niet , want je kan het ook bedenken. Of je maakt het in lossen stukken en dan schilder je het aan elkaar.”
Welk Schilderij zou jij boven je bed willen hangen?
“Deze motor hang ik boven mijn bed. Hij is zo ontzettend mooi, ik vind het schijnen, het is echt een cool motor.”
“iets dat er lekker uit ziet zodat ik als ik geen honger heb toch van iets lekkers kan genieten”