Met groep 3 filosofen we over toverboeken, toverkracht, het bezitten van toverkracht of het je toe-eigenen, het overdragen, leren, verwerven of er gewoon mee geboren worden. Over de magische krachten van taal.
Ik vertel het verhaal van boze heks, waarin Haas en Egel het toverboek stelen, ze proberen te toveren en ze willen de macht overnemen van de boze heks, want ze is te lastig…
Van wie is het toverboek?
“Van de boze heks.”
Wie heeft het toverboek gemaakt?
“De heks heeft het gemaakt. De heks heeft het niet gemaakt, maar de Haas heeft het gemaakt omdat hij groot is. Als je klein bent kan je geen toverboek maken. Kleine kinderen kunnen geen toverboek maken want ze zijn er niet bij, bij het toveren. Een toverboek is gevaarlijk voor kleine kinderen, daarom zijn ze er niet bij. Dat is zo omdat kleine kinderen niet kunnen schrijven alleen maar krassen. Je moet wel kunnen schrijven , anders kan je geen toverboek maken. Toverboeken zijn niet gevaarlijk als je niet kan lezen. Dus kleine kinderen kunnen geen toverboek zelf hebben want ze zijn klein en ze kunnen niet lezen. Maar baby’s maken een kras-toverboek.”
Kan de haas toveren?
“De Haas is een dier dus hij kan niet toveren. De heks heeft de dieren ene stem gegeven en dat kan ze ook weer weghalen.”
Kan je toveren zonder stem?
“Ja dat kan want je kijkt gewoon in het boek. Je moet wel kunnen lezen. Je moet wel abracadabra kunne zeggen anders kan je niet toveren. Als je niets zegt dan gebeurt er niets. dus de heks kan zorgen dat de Haas gewoon stopt.”
Kan je een toverboek zelf maken?
“In een toverboek zit kracht, daarom kunnen we het niet zelf maken. De heks had toverkrachten in het boek gestopt. Als je boze heks bent dan stop je boze krachten in een toverboek. Als je een blije heks bent dan stop je blije krachten in een toverboek. De moeder van de boze heks heeft de krachten in het toverboek gestopt en de boze heks heeft ze gekregen.”
Filosofieles ontworpen in samenwerking met Mirjam Poolster