Filosoferen met groep 5 over waarneming en gezichtspunten; kijken en fysiek beleven.
Als opmaat voor deze les plaats ik de oude tabakspot in de kring en vraag een kind er naast op een hoge stoel te gaan staan en recht naar beneden te kijken.
Wat zie je nu?
“Een rond ding met een deksel en een knop erop.”
Ik vraag aan een ander kind om op een veel lagere stoel naar beneden te kijken en te vertellen wat zij ziet.
“Een ronde pot met een rand en een deksel.”
Dan nog twee andere kinderen om beurten vanuit liggende positie op de grond met het hoofd op de handen vooruit kijkend naar de pot.
“De zijkant van de pot, die is bol”
Dan stel ik de vraag aan de hele klas:
Wat hebben zij gezien?
“Ze zien niet hetzelfde want Ien keek van boven en Mo keek van opzij. Van de bovenkant zie je alleen de deksel en van opzij zie je de deksel en de zijkant, dus zie je meer. Als je groot bent zie je alleen de bovenkant en als je klein bent zie je de zijkant. “
Dan kijken we een film waarin een mier een tempel probeert na te bouwen. De kijker komt er aan het einde van de film achter dat de mier aan de voet van die tempel woont. Maar de mier heeft het nooit gezien.
Wat heb je gezien?
“De mier wou de moskee (tempel) maken, maar hij had niet door dat hij er vlakbij woonde. Hij zag een kladje en wou het namaken.
Hij wou het namaken, maar dat duurde heel lang en toen werd hij heel oud, hij wist niet dat hij er vlakbij woonde, dat is jammer en toen ging hij dood. Uiteindelijk heeft hij hem wel gemaakt, maar de mensen zagen het niet, omdat hij zo klein was.”